Tuesday 23 August 2016

Let niet alleen op je d's en t's, maar ook op je woorden.

Of het nou door de plotselinge warmte komt of door mijn drukke agenda, of door de post-vakantiedip, of door een reactie die "vooral niet persoonlijk bedoeld is, hoor", ik ben het even zat dat je goed bedoelde opmerkingen niet meer kunt maken zonder een negatieve reactie te krijgen. In dit geval, het etiketje "taalnazi".

Laten we wel wezen, als je het woord intikt op Google en bij afbeeldingen kijkt, komen er best grappige dingen voorbij. Maar ook ronduit kwetsende plaatjes. Ga maar kijken. Die geven precies aan waarom ik de term nog erger vind dan jodenkoeken en negerzoenen en noem maar op. Hoe kan het dat mensen die bijna allemaal een mening hebben over Zwarte Piet nog wel dit soort woorden gebruiken, zonder zich te realiseren welk blik geschiedenisellende je daarmee opentrekt? (Maar dat is weer een heel andere discussie.)

Ik voel me blijkbaar aangesproken (niet gek als iemand het tegen je zegt), en gekwetst. Niet zozeer door het woord, maar door die hele betekenis die erachter schuilgaat. Ook al vind ik mezelf geen taalnazi. Ik ga namelijk niet elke website of elke krant uitspitten op taalfouten of achter mensen aan tweeten dat iets niet klopt. In een FB-post van Genootschap Onze Taal wordt de taalnazi beschreven als: "iemand die ongemeen kritisch is op het taalgebruik van anderen". (Een andere website doet daar nog een schepje bovenop en spreekt zelfs van de "nauw verholen minachting" waarmee de taalnazi anderen op fouten wijst.)

Ik ben niet extra kritisch op het taalgebruik van anderen, ik zoek die dingen niet op. Wel is het een occupational hazard (of gewoon een afwijking) dat taalfoutjes en tikfoutjes mij meteen in het oog springen. (En ik maak ze zelf ook heus wel, vooral als mijn hoofd sneller denkt dan mijn vingers kunnen tikken.) Wat weer niet wil zeggen dat ik er dus altijd iets mee doe. Sterker nog, als ik er al iets mee doe, dan uit zuiver goede bedoelingen. Dat kan namelijk ook nog.

Ik heb ooit, in mijn zoektocht naar een werkgever, een website gezien van een vertaalbureau die niet alleen slecht geschreven maar ook nog eens slecht vertaald was. Hun vak, hun visitekaartje. Maar daardoor voor mij geen geloofwaardige partij om zaken mee te doen, op welke manier ook. Mogelijke klanten zullen hoogstwaarschijnlijk ook meteen verder zoeken. En wat doe je dan? Negeer je het en sluit je je browser en ga je wat anders doen? Nagel je ze aan de schandpaal met een screenshot op social media? Of denk je: wie weet hebben ze het zelf echt niet door, ik zou er een mailtje aan kunnen wagen, dan kunnen ze er wat aan doen? Of moet je dan meteen denken: laat maar, straks vinden ze me een taalnazi?

Op een website zag ik deze opmerking: Wie gemakzuchtig met de taalregels omgaat, gaat gemakzuchtig om met zijn eigen boodschap en met de ontvanger ervan. Bedrijven en beroepsbeoefenaars die "iets met taal" te maken hebben, worden dan ook ongetwijfeld kritischer beoordeeld dan anderen. Op zich niet heel gek, toch? Dat de lezer verwacht dat deze personen en bedrijven dan ook goed zijn in taal? Want dat hoort bij hun vak. Een kopje "kappusjieno" op de bon van een café is grappig, maar je verwacht wel een lekker bak cappuccino voorgezet te krijgen, geen espresso of slootwater. Want dat is het vak van de barista. Dus als iemand zijn taalgerelateerde diensten aanprijst in een tekstje met diverse fouten, wat denkt hij daar dan mee te bereiken?

Ik vind het jammer dat je met een goed bedoelde opmerking* weggezet wordt als een komman--ker, of iets vergelijkbaar negatiefs. Ik vind het jammer dat (sommige) mensen zich blijkbaar aangevallen voelen als je ze op een spel- of tikfout wijst. Dat ze het persoonlijk lijken op te vatten en het meteen wegwuiven als kritiek of zelfs bestempelen als bemoeizucht. Alsof je lachend wijst en zegt: haha, je kan er echt niks van! Terwijl je eigenlijk denkt: het zal wel een slordigheidje zijn.

Ik vind het net zo jammer dat (sommige) mensen echt niet malen om de kwaliteit van een tekst, vooral als dat toch echt bij hun vak hoort. Dat ze zich er niet aan storen dat de lezer zich er mogelijk aan stoort. Misschien is het een snelheidsfout. Misschien een tikfout. Een redactiefout, of juist een gebrek aan redactie. Misschien is er sprake van dyslexie. Of van slordigheid. Of van luiheid. Of misschien kun je er echt niks van. Daar ga ik niet over, en een dergelijk oordeel zul je van mij niet krijgen. Doe dan alsjeblieft ook niet alsof dat wel zo is.

Want ik vind het helemaal jammer dat (sommige) mensen overgaan tot name calling. En dan kiezen voor taalnazi, met alle connotaties van dien. (Tip: taalpurist is iets minder beladen.) Vooral als ze dan ook nog zeggen dat het niet persoonlijk bedoeld is. Dan onderschat je toch echt de kracht van woorden.


* (En dan heb ik het, nog steeds, over professionele teksten, niet over FB-berichten die ons laten weten dat je bij de supermarkt bent geweest of op vakantie gaat of je teen gestoten hebt.)

Friday 15 April 2016

Een beetje omblokkeren voor honderd miljoen

De nieuwste Blokker, Amsterdam
Foto: Blokker Holding
V&D is nog bezig de laatste restanten uit het magazijn met steeds hoger oplopende korting te slijten, en ondertussen zet Blokker weer een aantal mensen op straat wegens een 'reorganisatie'. Ik geloof dat ik, ondanks een aantal jaren achter de retailschermen gekeken te hebben voor Digitailing, nog steeds niet zo goed begrijp waarom een verlieslijdende winkelketen het ineens weer beter doet als je er een nieuw logo op plakt en dezelfde inventaris anders neerzet of de kassa verplaatst. Is uitbreiden of veranderen of verbeteren van het assortiment dan niet handiger dan een beetje omblokkeren, net als het kundiger maken van je personeel, in plaats van er weer een paar op straat te zetten?

Bij ons in het winkelcentrum heeft Blokker een metamorfose ondergaan. Ze hebben hun oude pand van twee verdiepingen, met handige lift, verlaten en zijn in een kleinere ruimte verder gegaan met een heel nieuwe indeling die open moet lijken, maar die veel killer overkomt. Overzichtelijker (mits je weet waar je moet zoeken), maar ook met de indruk dat het aanbod kleiner is dan voorheen. Waarom ze nog een top 5 of top 10 aan speelgoed hebben is me echt een raadsel, want holdinggenoot Bart Smit of Intertoys zit altijd in de buurt, met een breder aanbod (en dezelfde prijzen). Het is een winkel geworden waar je even vlug in duikt als je weet wat je moet hebben, niet om leuk te winkelen of te kijken wat er zoal is. Want er zit weinig verrassends bij.

In het nieuwsbericht over de recentste reorganisatieplannen van de retailer wordt gerept over 'een modernere uitstraling', 'een eigen huismerk, onder meer voor handdoeken en beddengoed', 'verder wordt de webshop vernieuwd, in combinatie met een nieuwe webshopdienst in de winkels' [sic / Bron: Nu.nl]. Niet omdenken, maar omblokkeren, dus. Voor honderd miljoen.

Is online kunnen bestellen echt zo belangrijk als je een zwabber nodig hebt? Als je een servies zoekt, of een wasrek moet hebben? Ik zou het handiger vinden als ik een verkoper van een winkel met schoonmaakmiddelen kan vragen welk middel het best werkt bij probleem zus-en-zo zonder op het standaardrek met dure HG-producten gewezen te worden onder het motto 'als we het hebben, staat het daartussen', of dat als ik zoek naar stoffen opbergdozen dat die er ook zijn. Van een goede kwaliteit. Niet dat het handvat er na twee weken al af gescheurd is of de hoekjes zijn versleten. De uitstraling van de modernere Blokker op de foto geeft hoop, maar de vraag is welk prijskaartje dan weer aan de producten wordt gehangen. Want die investering moet er ook weer uit.

Consumenten gaan dan ook vaker naar Euroland, Op = Op (zo heet de winkel echt), Cows & Colors (die snap ik ook niet) Action of Big Bazar (van Blokker Holding). De prijzen zijn relatief laag (maar blijf vooral goed opletten), zonder dat je per se rommel in huis haalt. Ja, er hangen plastic balpennen die al lekken als je ernaar kijkt, maar er zijn ook setjes van Bic. Ja, er ligt speelgoed dat na een middagje spelen helemaal uit elkaar gevallen zou kunnen zijn, maar er ligt ook genoeg oude voorraad van A-winkels die is opgekocht en voor een spotprijsje mee te nemen is. 

En die winkels hebben vaak van alles wel wat in huis: kleding, speelgoed, kantoorartikelen, huishoudelijke spullen en zelfs dingen voor de auto, voor het klussen in huis of nieuwe plantenbakken voor op balkon. Dat maakt het wel weer aantrekkelijker om toch nog even verder rond te kijken als je er toch bent. Je komt bijna altijd met meer naar buiten dan je van plan was.

Het beeld in het winkelcentrum wordt er met die discount-allesaanbieders alleen maar rommeliger op. Bovendien is het personeel daar vaak voornamelijk van het slag vakkenvuller of kassamedewerker. Een gerichtere vraag dan 'waar vind ik...' hoef je niet te stellen. Het lijkt mij dat je als vernieuwend bedrijf pas echt grote stappen kunt zetten naar klantenwerving door te letten op service, op aanbod, op kwaliteit. Ik kan me niet voorstellen dat de consument ineens weer enthousiast wordt voor jouw winkel omdat er een heel nieuw lettertype op de etalage prijkt.

Monday 7 March 2016

Het is weer cijfertjes- en centjestijd

Vorig jaar heb ik hard gewerkt. Zo had als ik kon, met twee kinderen onder de vijf en het geheel nieuwe avontuur dat kleuterschool heet. Tegen de tijd dat je het ritme naar school - naar huis, naar school naar huis (en dat nog drie keer op een dag) eindelijk een beetje in je systeem hebt, en je dan toch nog een moment gevonden hebt om even achter de computer te kruipen is het vakantie. Of er is iemand ziek. Of er wil iemand niet slapen, terwijl dat wel moet, want anders kan ik niet werken.

Ondanks al die dingen heb ik vorig jaar dus best hard gewerkt. Ik heb aardig wat vertalingen geproduceerd (20!), waarvan enkele dit jaar pas verschijnen. En daar zat ook een stapeltje leuke sprookjes- en prentenboekjes bij die zo klaar waren, net als een geweldig prentenboek dat voor ieder kind gepersonaliseerd wordt gemaakt op basis van zijn of haar voornaam. Dat waren heel wat versjes die precies de juiste toon moesten hebben, en daar ging, ondanks het geringe woordaantal, weer heel veel tijd in zitten. Maar ik vond het allemaal hartstikke leuk om te doen.

Toen ik echter al mijn tabelletjes bij elkaar optelde voor de belastingaangifte, bleek het verschil met het jaar daarvoor echter nogal... nou... groot. In 2014 heb ik eveneens hard gewerkt, met dikker wordende buik en een beetje zwangerschapsuitkering. Maar in 2015 had ik mezelf voor mijn gevoel wel weer voorbijgestreefd, en dat met twee kleintjes die mama met alle liefde van de wereld van haar werk houden.

Daarom verbaasde dat verschil me eigenlijk wel. Ik wierp een blik op de titels: een hoop prentenboeken (weinig woorden), kinderboeken (vaak een halve YA of minder qua woordaantal) en minder Young Adults (dikke boeken vol woorden) gedaan. Dat je voor dunne boeken met een laag woordaantal minder verdient (per stuk) dan voor een dikke pil zonder illustraties, dat snapt iedereen. Maar die dikke pil is ook meer werk.

En daar zit het hem in. Voor mijn werktempo maakt het niet uit of ik 60.000 woorden vertaal tegen tarief X of tegen tarief Y, ik ben er net zo lang mee bezig. Maar als tarief X en Y zelfs maar één cent (per woord) schelen, dan gaat het in dit voorbeeld om 600 euro die je voor dezelfde tijdsinvestering meer of minder ontvangt.

Er zijn genoeg vertalers en groepen op social media die dan zeggen: je moet weigeren om voor dat lagere tarief te werken. Want anders doe je jezelf tekort en je benadeelt ook de hele beroepsgroep. (Ja, die vingerwijzing krijg je er ook meteen bij.) Misschien hebben ze wel gelijk, maar zolang er geen standaard minimumtarief is en er wel altijd andere vertalers zijn die, om wat voor reden ook, wel bereid zijn voor dat tarief te werken, trek je aan het kortste eind. Je mag gerust weigeren, dan zoeken zij wel een ander. En die vinden ze zo.

Wat dat betreft ben ik allang blij dat het zulk leuk en leerzaam werk is. Met elk boek dat ik vertaal leer ik weer iets voor het moment waarop ik zelf kan gaan zitten om te schrijven. (Wanneer dat ook moge zijn.) En zodra de vertalingen hier in de kast staan, heb ik weer iets om met recht trots op te zijn, iets waar ook mijn kinderen straks wat aan hebben. Bovendien biedt dit werk me de mogelijkheid om bij hen te zijn, elke dag, de hele dag, vakantie of niet. Dat is me heel veel waard.

Natuurlijk blijft het een domper als ik voor een vertaling een paar honderd euro minder verdien omdat de opdrachtgever een lager tarief hanteert, maar tot nu toe heb ik in al die tijd alleen maar nee gezegd tegen een klus omdat de gewenste deadline niet meer in mijn planning te proppen viel. Ik hoop dat dat zo blijft, al wil ik ook weer niet te vaak nee hoeven zeggen. Want dat kan ik - nog steeds - niet heel erg goed.

Monday 18 January 2016

Meer tijd, meer geld... en een beter resultaat

Enige tijd geleden werd ik gevraagd om een bedrijfswebsite te vertalen naar het Engels. Het was me op dat moment te veel werk - naast lopende deadlines zaten er te veel taal- en spelfouten en onduidelijkheden in de bestaande Nederlandse tekst, waren er vrij veel stukken nog niet geschreven (lorem ipsum of 'hier moet nog een tekstje komen') plus de gebruikelijke vaagtaal. Uiteraard moest het dan ook nog zo snel mogelijk af, en had de grote baas bedacht dat het tarief dat ik uit mijn duim zoog een heel stuk lager kon, 'want dat was veel gangbaarder', zo had hij vernomen.

Ik heb geheel toevallig de site eens bezocht, en op de knop 'EN' gedrukt. Het duurt niet erg lang voor er een loeder in mij begint te grijnzen. Ik vraag me niet meteen af wíé dit heeft vertaald, maar eigenlijk vooral welk tarief de baas heeft weten te bedingen. Waarschijnlijk was hij tevreden over de factuur, en zoals gebruikelijk heeft Degene Die Alles Goedkeurt te weinig verstand van Engels om te zien dat hij allesbehalve tevreden kan zijn over de website.

Als ik heel eerlijk ben, twijfelde ik er destijds aan of ik de tekst wel goed zou kunnen vertalen. Een hoop vaktermen en managementspeak (ja, daar waren de rillingen weer) spreken me nooit erg aan, en een tekst die constant in herhaling valt is een crime om te lezen, laat staan om te vertalen. De tekst was al slecht, en ik voelde me toen weinig geïnspireerd. Bovendien werd mijn prijs in eerste instantie goedgekeurd, en in een volgend gesprek viel tussen neus en lippen door een veel lager tarief, 'want dat had de baas opgezocht'. Ben best benieuwd waar hij dat heeft weten te vinden, trouwens.

Maar goed, zo zie je maar wat een beetje meer geld en meer tijd een bedrijf had kunnen opleveren. In elk geval een professionelere uitstraling - al heb je altijd critici die zeggen: ach, wie ziet dat nou? Maar ja, dat je een Engels deel maakt van je website vertelt mij dat je Engels sprekende bezoekers verwacht. Of hun Engels nou ijzersterk is of niet, je wilt toch zorgen dat het jouwe dat in elk geval wel is?

Ik heb er achteraf gezien dus niet echt spijt van. Ik kan alleen maar denken: #yourloss
(En bij dezen claim ik #yolo voor #yourloss - want yolo-een-punt-nul heeft z'n tijd toch wel gehad.)

* * *


Friday 18 December 2015

What's Under My Hat

I've been keeping Things under my hat. For a while now, too. Figured it was the best place to keep them. Always within reach, but invisible to others. But either my hat's shrinking, or my cup of ideas runneth over, 'cause I'm having a hard time keeping it all to myself. Or, rather, I've read somewhere that if you set yourself a goal (or a dream, or a wish), it might actually help to tell others about it. The revelation - if not the people you reveal it to - might help you focus on actually getting it done.

Of course I'm talking about a book. And since this is me, when I say 'book' I mean 'books'. The thing is, however, that if I'd written this post a year ago and listed the ideas-in-limbo (as opposed to works-in-progress) it wouldn't have looked the same as the one I'm writing now. Not all of the ideas have vanished, but some have either thinned out, shelved themselves for the time being, or simply lost the competition to some others.

I did yet one short story officially published this year, plus a fragment that made the top ten in a finish-this-excerpt-with-a-fragment-of-your-choice competition. And it felt extremely good. It was fantastic, and I'm committed to writing a new Sinterklaas story for next year's publication as well. And maybe more...

That's one of the things on the back burner. There's also the Big Book for Mums (that isn't going to be called the Big Book for Mums) I'm toying with. Something that, I think (and hope) isn't out there yet, or not enough. I've found out over the last year that this is something I really want to write, but apart from finding the time I'm struggling with how on earth to structure it. (It's a great excuse, especially since there's absolutely nothing on paper yet that could possibly be structured.)

Then there are some stories bouncing around in my head. A few were there last year, a few are brand new, but most are only slippery bits without a real... structure. I know, if I get behind the computer and just start typing already, something might shape up all by itself, but I'd prefer it if I had some sort of guiding line and plot idea to go by before I start - before I delete more than I keep.

Still, this all sounds like I've got it together extremely well, and I don't. My weeks are mostly taken up by the combination of kids and deadlines for translations. The school routine structures my days, and the youngest's sleeping pattern structures the time I have to get to work. I still find it hard (and I actually mean impossible) to make time to write more than a blog post, and even that I can only manage every now and then.

Resolutions for 2016 aren't hard to come by. Most have to do with writing my own thing - and feeling confident enough that once I do, I might be able to submit it to publishers. But in reality it'll still be the paid translations that fill up my planner, because I don't dare say no, and I'm not that confident that I'll be the next big publishing success. So we'll see, and try, and keep up the good work.

To you and yours, a wonderful holiday season and may the new year see at least some of your cherished dreams come true.

Tuesday 8 December 2015

Count your blessings, but do it quietly

When I was growing up, I discovered something about my life. Every time I thought that things were going great - and made the mistake of saying so - they went downhill faster than a rocket-powered toboggan. Usually this had something to do with external influences (from my point of view, you see). Sometimes me and my parents would go for a ride, have a good time, and as soon as I was inclined to look back favourably on the day, the first drumrolls of a thunderous row could be heard.

There was always something. If school went great, then one of my so-called friends would probably do something awful or treacherous. If 'things' were going just fine at my house, that meant that there was either some gasket about to blow or something would come crashing in from the outside - a bad day at dad's work, a mean kid at mom's school, an acquaintance with health issues...

Long story short: lately I've been feeling very pleased with all that we've managed to accomplish. Two lovely, healthy children, who get to grow up in a house of our own (well, the mortgage is ours), the eldest has a great time in school, I love the job I get to do and I love it even more that I get to do it from home. After a turbulent couple of months over a year ago, the dust has settled at my husband's job, too, where things were looking up and going rather smoothly. I may have said something to that effect, too. Not very loudly, but still.

But still.

Now, with Christmas all of two weeks away, my husband's employer has rather rudely informed all employees to show up for an impromptu meeting at the end of the work day. No matter what other plans you may have had, they can't be that colossally important. The tone of the e-mail is clear: Be There. No Excuses.

Just as I'm about to wonder if the manager has a terrible sense of humour and is only going to hand out Christmas bonuses after he yells: 'Gotcha!' the news comes in: tomorrow is the day of reckoning, when everyone will find out whether they'll still have a job to go to the day after. It sounds like a sick joke on the very Monday of the week that is supposed to end with a nice get together to celebrate the festive season.

The company is doing well enough - last I heard, they were short-staffed to handle everything adequately. And considering that the Boss has his own pleasure yacht and they've only just finished a new office lay-out with ludicrously expensive glazed panels for cubicles, I find it difficult to believe that money is tight. Still, 'for the company's well-being' the head honcho's have decided to embark on an internal reorganisation. Everyone who's currently employed there will learn tomorrow in which of the three big black hats their name has landed: you're staying (until next time, Gadget...), you get to stay but you'll be doing something else from now on, or you're holidays are about to start a whole lot sooner than you thought.

Personally, I think this kind of announcement should be illegal right before Christmas. Seriously. (Plus their method is rather questionable: everyone now probably had a restless night, staring at the sword over their heads, to wait for the appointed talk today to see if it drops.) And there's been more bad news lately - a close relative with a terrible diagnosis. I'm trying not to think about the old adage that bad things tend to come in threes.

I'm also trying hard not to listen to that wise little girl I used to be - the girl who, even as we speak, is shaking her head inside mine and whispering: 'You never should've said it out loud... Now look.'
It's a difficult feeling to shake.

Friday 30 October 2015

Supermoeder

Binnenkort wil ik een serie boekrecensies plaatsen over 'opvoedboeken' in de breedste zin van het woord: door moeders, voor moeders, over moeders en natuurlijk ook over kinderen.* Misschien dat ik daar nog iets meer over zal schrijven in blogvorm, zodra ik er een paar gelezen heb. Maar ik doe het allemaal in het kader van inspiratie geven aan andere moeders, en stiekem ook inspiratie opdoen voor een idee waar ik zelf al enige tijd mee rondloop.

Maar zoals gewoonlijk steekt het dagelijkse leven er een stokje voor. Er komt altijd wel iets tussen dat de beschikbare tijd op een dag ernstig inkort, of de concentratie tot een ragfijne substantie weet te schudden. In elk geval ben ik ermee bezig, ga ik me inlezen, komen er recensies en stukjes en wie weet zelfs (ooit) een nieuw blog of gewoon meteen een boek...

Tot die tijd even dit, voor jou, voor mij, voor ons allemaal:


Een van de leuke ansichtkaarten van Uitgeverij Snor in de serie producten rondom Relax Mama, het boek van Elsbeth Teeling, met illustraties van Moniek Paus. Ik vind dit zelf de beste van het hele setje, omdat je dit gewoon af en toe moet horen, van wie dan ook. (Er staat een Supermoeder in Actie onder, hoor, maar ik weet niet zeker of ik de hele afbeelding mag plaatsen. Dus bestel ze gewoon!)

Zoontje ziet de kaart staan, met daarop de afbeelding van de superheldin en zegt: 'Wie is dat?'
'Dat is Supermoeder, een heldin!'
'Dat ben jij niet, hoor.'
'Huh?'
'Nee, want dat is niet de goede kleur haar.'


*De recensies zullen op mijn boekenblog en op Stay At Home Mama.nl komen te staan, de blogs hier, op mijn mamablog en/of ook op Stay At Home Mama.nl. 

Sunday 30 August 2015

The Things You Stumble Upon While Doing Research


This is a quote from The King of Terrors by Henry Scott Holland, or so Wikipedia (the source of the above) tells me. Whether or not the oft-quoted (but to me unknown) passage does justice to his overall sermon or theology is one thing, but this particular passage just spoke to me. 

Eight days ago marked three years in which my father is dead and gone. I think about him daily, yet rarely speak of that, or him. I don't know why. Maybe it's because nobody else does either.

But this piece sums up how I feel. How I still feel, even after three years. And how I'm sure he'd feel if he had anything to say about it. Except the part of meeting again. He didn't have much hope that there would be a whole lot more than black, bleak nothingness. Which isn't so bad - because if there is nothing, and you do cease to be... you tend to not notice that blackness and bleakness anyway.

Just thought I'd share this.

Friday 7 August 2015

Mama's die bloggen. Ik ben er ook een, maar toch.

Mocht je me nog niet zo lang kennen: ik ben ambitieus. Met vertaaldeadlines tot al na Oud en Nieuw en een hoofd (plus digitaal notitieboekje) vol ideeën voor verhalen en schrijfplannen voor boeken ben ik al blij als ik nu heel even twee dagen niet móét maar mág werken (ik heb genoeg blogs om bij te werken, tenslotte, en de Vakantiebieb-app loopt eind van de maand af) terwijl de kleintjes slapen. Als het al lukt om ze dat tegelijkertijd te laten doen.

Eén van de schrijfplannen in mijn hoofd heeft meer te maken met het mama-zijn dan met al die andere dingen die ik doe. En daarom ben ik alvast maar 's lid geworden van een FB-groep waarin allerlei mama's linkjes plaatsen naar hun eigen blogs, in de hoop meer lezers te trekken. Dat wil zeggen, de groep is ervoor bedoeld om meer blogs van anderen te ontdekken, maar aan de berichten te zien plaatst iedereen met name zijn eigen schrijvelarijen zonder echt naar die van anderen te kijken. Ach, het zij zo. Het is ook maar een experiment.

Al verbaast het me wat er allemaal voorbijkomt. Net als ik zitten de meeste mama's boordevol eigen ervaringen die ze met anderen willen delen - voor het geval iemand er iets aan heeft. Er zijn vele moeders die bloggen over hun dagelijkse gezinsleven, inclusief de knutselwerkjes van de kinderen en de laatste creatie die de oven in is gegaan op een regenachtige middag. Allemaal leuk en gezellig, en je kunt zelf kiezen of je die blogs wilt lezen of niet.

Maar er gaan er wel heel veel over mode en winkelen. 'Ik ben bij deze winkel geweest, wil je zien wat ik heb gekocht?' En dan voor de zekerheid erbij: 'Voor de kleine, natuurlijk', want het is een mamablog. Maar nee, ik hoef de inhoud van jouw shopping bag niet te zien hoor, dank je. Of iemand die een nieuwe lippenstift of oogschaduw test. Ja, dat kan. Ik heb niks met make-up, dus ook dergelijke blogs sla ik over. En dan kom je vanzelf bij mama's die alles recenseren wat los en vast zit.

Een opruim-concept van Ikea (ik noem het nog steeds gewoon een stel dozen), een ovenschotel-recept van internet, een self-tanning product (je mag het héle proces meekijken, van verpakking openen - jottem, een uitpakparty! - tot het aanbrengen, weghalen en het resultaat, en de tussenstand na een week), de bijtring van Bijt-R-Op-Los, en de nieuwe luiers volgens verbeterd recept van De Drogist.  De mama die supereerlijk vertelt wat een kreng haar kind eigenlijk kan zijn, en dat ze zich wel 's heeft afgevraagd of dat achter-het-behang-plakken alleen maar een gezegde is of niet. O, en er zit er zelfs een bij die met video en al iedereen bijpraat over, jawel, haar wortelkanaalbehandeling. En als je het echt even niet meer weet, dan zoek je een 'tag' op om in te vullen. Een soort FAQ die je dan voor jezelf invult.

Oké, denk ik dan. Zo'n bloggende mama ben ik dus niet. Ik vertel wel over mijn ervaringen als thuiswerkende moeder, over bepaalde mijlpalen, en misschien dus binnenkort over een (of meer) van de (boek)ideetjes in mijn hoofd, maar ik geloof niet dat ik iemand ooit een kijkje ga gunnen in mijn kledingkast, boodschappentas of aan kom zetten met het lijstje Tien Tips Om Het Rommellaatje Op Te Ruimen (you know you've got one!).

Laat ik maar lekker mezelf zijn. Dat is denk ik meteen ook het beste schrijfadvies wat ik kan bedenken voor al die mogelijke toekomstige bestsellers. (Ja, sorry, net een leuke blog gelezen van Myrthe van Blossom Books over wat je vooral niet moet doen als je een manuscript inlevert.)

Thursday 30 July 2015

Dit is de shortlist, en jij staat er niet op!

Dat ellendige moment waarop ein-de-lijk de uitgekozen verhalen van een wedstrijd bekendgemaakt worden. Het nog net iets ellendigere moment waarop je ziet dat jij er niet tussen staat. Waarna je ook ineens bedenkt dat ze acht verhalen zouden selecteren, en het er vier zijn. Was de rest dan, ondanks de vriendelijke disclaimer dat alle inzendingen uiteraard een genot waren om te lezen, gewoon zo slecht?

Over ellendige momenten gesproken. Die twee van hierboven zijn eigenlijk nog helemaal niets vergeleken bij de onwetendheid die daarna volgt. Want dat je niet zou winnen had je jezelf ook allang ingeprent, al vanaf het eerste hoofdstuk, en al helemaal vanaf het moment dat je op 'verzenden' drukt.

Maar wat ik me van een vorige wedstrijd kan herinneren is dat je verhaal dus afvalt zonder dat je er nog maar iets over hoort. Was het... slecht? Te kort? Te lang? Was de stijl anders dan ze voor ogen hadden? Sloot het onderwerp niet helemaal aan bij wat ze wilden lezen? Hebben ze wel meer gelezen dan de synopsis en een alinea?

Je weet het niet. En dat moment is ellendiger (en langduriger) dan die andere twee samen. Echt waar. Want als het slecht is... dan heb je juist iets aan feedback om het beter te maken. En als het helemaal niet slecht is, maar gewoon niet helemaal het soort verhaal dat ze wilden lezen, dan is dat net zo fijn om te weten.

Ik heb het eerder gehad, met een wedstrijd voor zomerverhalen. Ik zat ook daar niet bij de genomineerden, maar uit alleen de titels van die verhalen bleek al dat mijn stuk een heel andere kant op ging, en gewoon niet aansloot bij het happy-go-lucky genre dat ze blijkbaar wilden zien. Hun keuze zei dan ook niets over kwaliteit.

Gelukkig is de jury van deze wedstrijd wél bereid aan diegenen die dat willen een korte feedback te geven via mail. Tof! Ja, goed, nou is het weer zenuwachtig afwachten op het Oordeel en schrikken bij elke melding dat er nieuwe mail is, maar het is in elk geval iets. Ben benieuwd. Ben heeeeel erg benieuwd...

Lees meer op mijn schrijfblog Pssst... ik ben aan het schrijven.


Friday 10 July 2015

Favourite Quote: the feline faces

I came across this gem in a book I'm currently translating, but I love it! It describes so perfectly something that's become more and more standard these days: the feline faces.

Cosmetic surgery has warped the faces of every woman over thirty; they don't look younger, just not quite human in a way society has decided to pretend not to see.
- Claudia Gray, A Thousand Pieces of You

Men and women alike undergo plastic surgery, not just once, but several times, to 'improve' lord knows what they thought was wrong with them. And for some reason, after a few tweaks, they all start to look alike. Their faces obtain a feline quality, something cat-like, something prowly.

Skin around the eyes is stretched too wide, drawn too far back. The nose has been reshaped according to its owner's wishes, but now attracts more attention than it could possibly have ever done by its own, natural self. Cheekbones are nearly protruding obstacles, eyebrows are painted on in a wheareabouts kind of way. People look at you from behind what looks more like a mask than a face. And nobody even beats an eyelash any more.

Thursday 16 April 2015

Dus jij doet ook mee aan die wedstrijd? Leuk. Slik.

Toptip: beloon jezelf met een chocomedaille!
Enige tijd geleden heb ik besloten mee te doen met een of andere schrijfwedstrijd - als ik tenminste gehakt kan maken van de verhaalflarden in mijn hoofd. Die zwerven namelijk nog eens naast de al bestaande verhaallijnen rond, en de gaten in de plot van dat losse verhaal zijn nu nog gigantisch.

Ik heb al vijf inspiratieboeken erbij gepakt, vol tips en instructies over het schrijven van een (kinder)boek. Een daarvan was een nogal recht-voor-je-raap-tekst (met heel nuttige informatie), en voor het eerst denk ik eventjes: whoa, ik weet niet of ik dit wel ga redden.

Gelukkig was ik niet van plan om te denken: ik weet niet of ik dit wel kán. Ik wil het kunnen. En ik snap ook best dat je niet even achter een laptop kruipt, een compleet boek uit je mouw schudt en vervolgens een week later uitgevers kunt gaan lastigvallen. Weet ik best. En daarom lees ik die boeken ook: ik wil goed voorbereid te werk gaan en niet halverwege het schrijven zodanig vastlopen dat ik maar weer stop en er weer een onafgemaakt verhaal op mijn harde schijf staat.

Laatst las ik een tweet van een schrijfster. Zij heeft haar een uitgeefcontract te danken aan een gewonnen schrijfwedstrijd. Inmiddels is ze bezig met deel twee en een heel ander boek dat ook al een uitgever heeft. Maar deze schrijfster tweette dus heel opgewekt dat ze tiende was geworden bij een recente schrijfwedstrijd, en dat ze volgend jaar gewoon weer mee zou doen.

Op dat moment slikte ik even. Een auteur die al boeken heeft gepubliceerd, die druk bezig is met de opvolgers ervan... die doet dus mee aan een wedstrijd waarvoor ik ook misschien ooit wel 's een verhaal zou willen maken? Vertaler of niet, ik ben een doodgewone beginner en misschien wel een vreselijke amateur, en dan moet ik het dus opnemen tegen mensen die al boeken op hun naam hebben staan? Al-le-me-ma-chies.

Daardoor laat ik me niet meteen uit het veld slaan. Meedoen aan wedstrijden is een goede oefening, dat hebben al twee schrijfboeken me verteld. Ik merk het zelf ook als ik dingen verzin voor Flash! Friday, al doe ik dat dan in het Engels en gaat het om korte stukken ongeveer 200 woorden. Maar ik ga wel twijfelen. Meedoen aan een wedstrijd die blijkbaar ook gepubliceerde schrijvers trekt, dat vind ik toch wel een beetje... eng, denk ik. Het lijkt ergens op een nutteloze oefening.

Combineer dat vooruitzicht met een 'uitdagend' tijdgebrek, en ik vraag me af of ik me niet moet beperken tot wedstrijden voor kortere stukken, of met een deadline van volgend jaar. Alhoewel er dan - hopelijk - toch altijd vertaalklussen komen die voorrang hebben. Ach ja, we zien het wel. Misschien moet ik het mezelf ook weer niet te moeilijk maken. Ik wil graag schrijven, maar naast vertalen en mama zijn moet ik er ook voor zorgen dat ik overeind blijf, en dus op tijd ga slapen. Voorlopig dus maar documentjes vol aantekeningen aanleggen en dan maar zien wanneer zich wat tijd voordoet...

Monday 16 March 2015

Erfgoedlijstnominatie: het Winkelcentrum (zoals het vroeger was)

Vorige keer schreef ik een blogje over koopjes en kortingen, en hoe misleidend die soms zijn. Dat geldt niet alleen voor de winkels, maar zeker ook online. Denk aan speciale spaarprogramma's waarmee je punten kunt inwisselen voor een bepaalde korting op een artikel... waarbij dat artikel dan in feite weinig goedkoper is dan elders. Waar je met een paar klikken al achter kunt komen.

Maar daar heb je het weer: online. Veel impulsaankopen vinden tegenwoordig online plaats, om nog even tot een bepaald bedrag te komen voor extra korting, gratis verzendkosten, of een ander presentje. Webshops hebben bovendien de handigheid dat ze alle koopjes allemaal handig bij elkaar staan, zodat je heerlijk vanuit je luie stoel in één keer door alle aanbiedingen kunt browsen, desnoods per categorie.

De voordelen van thuiswinkelen zijn wel bekend, en de fysieke winkels hebben er steeds meer last van, als ik het toenemende aantal leegstaande panden in ons winkelcentrum mag geloven. Als er al een nieuwe winkel opduikt, dan is het een Outlet, een Haal-Hier-Je-Spullen-Nog-Goedkoper, een Rommelwinkel of een zaak met tweedehandsspullen.

En zo ontstaat de vicieuze cirkel. Want hoe meer winkels er verdwijnen in het winkelcentrum, hoe sneller iemand geneigd is dan maar alles online te bestellen. Ik zie het aan mezelf, met boeken. Ik heb geen echte boekhandel meer in de buurt, Engelse boeken verkopen ze niet bij Bruna* (en ook in de boekhandel twee steden verderop is het aanbod klein), en veel meer dan de standaard bestsellers en de nieuwe releases van uitgevers die ervoor betalen om in de folder te staan, liggen er niet. De stap om dan ook maar kleding, huishoudelijke apparaten en andere spullen online te bestellen wordt steeds kleiner.


Hoe ironisch om te horen dat Blokker medewerkers op straat zet, en dan te ontdekken dat er twee deuren verderop net een Budget-winkel geopend is die dringend op zoek is naar medewerkers. Beide winkelformules vallen namelijk onder dezelfde holding.

Het straatbeeld in het winkelcentrum gaat er overigens ook niet op vooruit. Er zijn heel veel lege winkels, de meeste inmiddels beplakt met raamstickers, zodat de leegstand minder opvalt, en er duiken steeds meer outlets op, die weinig tot geen aandacht besteden aan de presentatie van de winkel, want ze zitten er niet lang genoeg of geven daar geen geld aan uit, want dan worden de producten weer duurder.

Volgens mij is het maken van 'belevingswinkels' niet de juiste reactie geweest. Een tijd geleden was dat namelijk de hype: het ging om strak, sleek en gestroomlijnd. Ik kan me die eerste testwinkels van Free Record Shop nog wel herinneren; je kwam er voor een hele beleving. Blijkbaar zit de gehaaste consument (parkeergeld!) daar dus ook niet op te wachten.

Maar wat als het doorslaat de andere kant op? Wat als er allemaal winkels komen met uitsluitend showmodellen om ze even te zien, te voelen en te testen, waarna je bij de kassa afrekent bij de webshop van de winkel om je product naar keuze alsnog thuisbezorgd te krijgen? Of misschien opent Bol.com wel fysieke filialen in Ikea-stijl, met een restaurant en een ballenbad voor de kinderen.

Op social media is in de boekenwereld de hashtag #weneeddiversebooks ontstaan. Over de broodnodige diversiteit die je in boeken nodig hebt. Maar eh... #weneeddiversestores. Wat is een winkelcentrum zonder boetiekjes en zelfstandige en concurrerende winkels? Ik moet er niet aan denken dat er straks een handvol grote ketens overblijven die geen enkele overlap kennen in het aanbod. Lijkt me vreselijk saai, toch? Ik hoef ook geen winkelcentrum met alleen nog maar kapperszaken, eetgelegenheden, een dump-je-kind-hier-en-neem-het-ervan-speelplek, supermarkten en hier en daar een servicepunt om pakketjes te retourneren of spullen in te leveren voor reparatie. Wat mij betreft mag het Winkelcentrum-Zoals-Dat-Vroeger-Was (zei ik dat echt? Yikes!) op een erfgoedlijst.

Ik zou heel benieuwd zijn hoe retailers het landschap zelf zien. Welke kant gaat het op? Welke kant moet het vooral niet op gaan? En wat kan een keten of winkelier of zelfstandige daar aan doen? 



Sunday 15 March 2015

'Thuisblijfmoederen is keuze' - ja, maar niet voor iedereen even ongedwongen

Zo af en toe komt er op internet een zogenaamd journalistiek stuk voorbij (althans, daar ga je van uit als het een krant betreft) dat niet meer is dan een rant, een tirade. Een column die nog het meest wegheeft van een ingezonden brief van iemand die eventjes stoom moet afblazen. Of van iemand die expres opruiend schrijft in de hoop reacties uit te lokken. Dat gold zeker voor 'Thuisblijfmoeder zijn is nog altijd een keuze', van de website van (hoe kan het ook anders) de Telegraaf.

Eigenlijk zou je op zoiets niet moeten reageren, het niet meer aandacht moeten geven. Maar uit de reacties onder het artikeltje blijkt dat veel meer mensen zo kort door de bocht denken. Dan toch maar een weerwoord. Of op z’n minst een nuance of twee.

De schrijfster die een vaste plek heeft in het panel van de rubriek ‘Wat Zij Denkt’ heeft een Mening, en dat is haar goed recht. Helaas kiest zij ervoor deze op te schrijven op een manier die weinig journalistieks heeft, die neerbuigend en soms zelfs domweg aanvallend is, om het woord ignorant nog niet eens te laten vallen. Moeten 'wij moeders' elkaar niet juist steunen? O, wacht. Ze heeft geen kinderen.  Ze heeft katten.

Een parafrase volgt hieronder, maar samengevat is zij fel (met nadruk op fel) tegen het idee dat thuisblijfmoeders een minimumloon zouden ontvangen. (Een idee dat zij weer tegenkwam op website vrouw.nl en dat al ook eerder over internet gonsde.) Haar motivering is dat moeders die thuisblijven er helemaal zelf voor kiezen dat ze hun "eigen leven en persoonlijke ontwikkeling in de wachtstand … zetten om voor [hun] kinderen te zorgen" en dat ze daar niet ook nog betaald voor dienen te worden, want dat mag de belastingbetaler (lees: zij) natuurlijk weer ophoesten.

Gut, mens, je moest eens weten wat we als  belastingbetalers allemaal niet crowdsourcen. Er gaat hier in de buurt een leegstaand gebouw voor zeven ton tegen de vlakte dat in zijn leegstand al miljoenen gekost heeft. Een thuisblijfmoeder steunen lijkt me dan een stuk nuttiger, waarmee ik nog steeds niet wil  zeggen dat een bevalling automatisch recht dient te geven op minimumloon. Zo gemakkelijk laat ik me dan weer niet vangen.

Maar de schrijfster houdt vol: thuisblijven bij je kroost is een keuze. (Parafrase vanaf hier:) Maar je zou toch gek zijn als je een dure studie op die  manier vergooit en er vrijwillig voor kiest je sociaal te isoleren, om toe te geven aan je 'toewijding' (ongetwijfeld aardig bedoeld, maar zelfs dat klinkt als een sneer) en tot over je oren in de luiers te duiken? En welke vent wil er nou een vrouw die niks anders te vertellen heeft dan wat er in de huiskamer gebeurt? Nou, dan is het simpel: als je ervoor kiest thuis te blijven, dan zijn de gevolgen ook voor jou - en dan krijg je ook geen geld uit de grote staatsspaarpot. Dan moet je op de zak van je man teren, hoor. Lekker puh. (Eind parafrase.)

Nou, daar gaan we dan: Thuisblijven is voor sommige mama's een keuze, voor andere niet. Dat is al nuance één. En binnen die tweedeling is er misschien meteen al ruimte voor een minimumloon, want bij je werkgever de ziektewet in gaan en een arbeidsplek bezet houden waar een ander van droomt is ook niet alles, toch? En dat geldt slechts voor die arbeidsongeschikten die het geluk hadden een werkgever te vinden.

Binnen de groep thuisblijvers die daar he-le-maal zelluf voor kiest zijn er bovendien ook mama's die wel werken, in wat voor parttime hoedanigheid ook. Dat zou nuance twee zijn, maar aan het betoog te merken vallen uitzonderingen als ik buiten het vizier, omdat ik nog het fatsoen heb te werken voor de pakken luiers en Nijntje-boekjes die ik zo nodig moet hebben.

Dan is ook nog een grote groep werkende moeders die gewoon moeder wil kunnen zijn. Die het vreselijk vinden gedwongen te worden naar hun werk te gaan omdat ze anders niet rond kunnen komen, die hun kind wel naar de opvang móéten brengen - en dus ook daarvoor extra kosten hebben, want als er iemand ánders voor jouw kind zorgt, krijgt die wel betaald, nietwaar? Omdat het toevallig zijn of haar baan is om te doen wat jij thuis ook zou kunnen doen, maar dan gratis. Kromme logica? Ja, insgelijks.

Van kromme naar omgekeerde logica: als moeders er bewust voor kiezen te blijven werken, hebben zij dan alsnog recht op kinderopvangtoeslag, of vallen de kosten daarvoor ook onder de gevolgen die voor eigen rekening zijn?

Wat de schrijfster ook volledig negeert, is het feit dat moeder zijn een hele baan is. Een leuke baan met veel voldoening, maar toch een hele toer zo af en toe. (Even voor de niet-moeders: het is geen kwestie van een bakje voer neerzetten, een aai over het bolletje geven en verder zorgen dat de deur op een kiertje staat en je ziet ze wel weer als ze honger hebben.) Met één kind ben je (als het goed is) bijna de hele dag bezig, met twee of meer heb je het nog drukker. En nee, dat is geen beklag, maar een werkelijkheid  die in het stuk over het hoofd wordt gezien. Na een dag hard werken komt de kantoorganger misschien moe thuis, maar dat wil niet zeggen dat de mama die de hele dag thuis was 's avonds niet even moe (of erger) neerploft in bed. Vaak nog met het nadeel dat haar harde werk nauwelijks gezien of erkend wordt.

'Thuisblijven is een keuze, een luxe. Als je je die kunt permitteren, hoef je ook je handje niet op te houden bij de staat,' is de conclusie van het stuk. Voor die gezinnen die  op een enkel salaris net weten rond te komen, waarbij het gaan werken van de moeder alleen maar betekent dat de crèche betaald kan worden, vind ik dit wel erg kort door de bocht. En zo zijn er meer uitzonderingen te bedenken.

De schrijfster doet het echter voorkomen alsof een thuisblijver die keuze maakt in haar riante villa, omdat manlief bakken met geld verdient en ze het zich makkelijk kan permitteren om dan ook meteen maar een heel elftal aan kinderen te 'nemen'. Want ga alsjeblieft niet beweren dat de thuisblijfmama niet deelneemt aan het economische verkeer, of dat de kinderbijslag nou zo'n vetpot is, want dat is gewoon niet zo. Vele thuisblijfmoeders hebben vele redenen, en het zou zo mooi zijn om hen niet af te vallen met een doordravend, belerend stuk - vooral niet als de schrijfster er zelf misschien aan denkt ooit een van hen te worden. Een moeder, bedoel ik.

Mocht dat ooit gebeuren, dan wens ik het haar van harte toe zelf te ervaren wat het moederschap aan je leven kan toevoegen. Moge zij dan een weloverwogen en geïnformeerd besluit nemen om gewoon te blijven werken (of niet). En weet: niet alle moeders zijn er even gelukkig mee om van de KDV-juf te horen dat hun kind zijn eerste stapjes heeft gezet waar ze niet bij waren. Dat hij de hele middag heeft gehuild terwijl zij achter hun bureau belangrijk zaten te wezen, en ze er niet waren om hem te troosten. En voor wie dat wel kan: een pluim.


Thursday 5 March 2015

A whole lot of Dutch

Image found HERE, according to
Google Images (I can't access Pinterest)
I'm working on a story. It's in Dutch. So are the last four books I've read (on writing), not to mention all the fairy tales I've been reading to my son. The reason I'm writing a story in Dutch is because it's for a local competition, and I'm pretty sure they're not expecting anything in English.

But I miss English. Yes, I've been translating several English over the past months, and my latest reading book is on writing, and is actually On Writing (by Stephen King), but it feels like all I do is write in Dutch. But it's my own fault for keeping several blogs in my native language.

So I've decide to rekindle my friendship with this blog, rather than just feeding it a nice book quote every so often. I want to write more in English, even though it's a second language to me, because I've noticed that in coming up with ideas for stories (I don't dare call them 'books' just yet), I usually write them down in English. Especially when the story is for a young adult audience.

But here's the rub. If I want to write something (let's just assume I can manage to find the time to do so eventually) that will hopefully be published here, in my own country, it should be in Dutch. I could write in English and submit to foreign publishers, but the competition there will probably be even more killing - from native English speakers to others who have decided to write in English.

I have seen another competition pop up, with a deadline somewhere in May, and I would love to be able to send in a manuscript. Even if it's just for the exercise of writing an entire book, in English. With the added bonus that it will actually be read by an editor, provided it doesn't disappoint on the first page, of course. 

But, naturally, I have deadlines up the wazoo, including the story deadline for my Dutch attempt. The story is done, it needs editing and rewriting now. Which means it would be an absolute shame not to send it in, but I need to find more time to spend on it first. Which in turn means that I doubt I'll find the time to also write my English children's book.

So far, there is only an Idea. A very small idea, because as yet I have no clue what exactly I could let my main character experience. I like her, so far, but she isn't much more than a silhouette at this point. Which is a shame, 'cause if I had some sort of game plan, it wouldn't be so hard to find time to type it all up. It's the construction phase, the drawing of the plans that I find the most time consuming, because it all has to add up (for the most part) before I can create the world she inhabits. Also something I have not yet decided upon.

Perhaps I had better return to 'writing' my translation, finish the current book so I can get on with the next two that I've got lined up... They, at least, are a sure thing (and a paycheck, even if it's a small one). If I manage to write another story in either language, that would be fantastic. Especially if I manage it on time to send it in. But considering my deadlines and whatnot, that would probably require a small miracle.


Tuesday 24 February 2015

'The pleasure of reading'

Oh, it's high time that I post something on this blog (too)! How about a wonderful quote, in style with my current writing ambitions? 

“Until then, reading was just a duty, a sort of fine one had to pay teachers and tutors without quite knowing why. I had never known the pleasure of reading, of exploring the recesses of the soul, of letting myself be carried away by imagination, beauty, and the mystery of fiction and language.”

Carlos Ruiz Zafón - The Shadow of the Wind

Doesn't everyone who writes or wants to write hope for a bit of beauty in and mystery to their words? Oh, I know, Zafón is an extremely ambitious example, even in translation (Lucia Graves is an absolute master in creating the right atmosphere, and I say that with absolutely no knowledge of the original Spanish text), but just as one must dream, one must have ambitions.

For those of you who speak (or just read) Dutch and are curious about my writing adventure, I'm obviously blogging about that too. I'm a blogaholic. You can find it HERE. (Go on, click 'here'. It's a link, you know. It'll take you places.)

Korting, koopjes en andere lokkertjes

Ik zag net een bericht voorbijkomen in de nieuwsbrief van Digitailing: 'Nederlanders laten zich verleiden tot extra aankoop om korting te krijgen.' Ja, dat klinkt wel bekend. Dat je nog net even een extra truitje of rompertje mee bestelt om in aanmerking te komen voor korting of gratis verzending.

Een tijdje geleden ving ik echter ook een heel ander geluid op. Een ontevreden consument zocht zijn Facebookpagina op om zijn frustratie te uiten over een grote retailer, die op dat moment in een speciale actieperiode zat. Want, als je iets kocht in de actieweek, dan betaalde je géén btw!

Klinkt goed, toch? En dat scheelt algauw 21% van de prijs, denk je dan. De Facebooker was het daar niet mee eens. Hij had een bepaald apparaat op het oog, en wist daarom ook precies wat het ding kostte in de winkel. Ook wist hij dat er een kortingsweek aankwam, dus stelde hij zijn aankoop nog even uit.

In die kortingsweek bleek de eindprijs (actieprijs min btw) echter een paar euro's hoger uit te vallen dan de gewone prijs van een week eerder. Uiteraard zegt het bedrijf dat de prijzen (in principe) dagelijks variëren, en dat die afhankelijk zijn van wat concurrenten (in de buurt) op dat moment doen, actieweek of niet. Opvallend is dan wel dat die actieprijs zodanig hoger ligt, dat het apparaat zelfs zonder btw even veel kost als een week eerder met btw...

Daar ga ik verder niet over; waar het mij om ging is hoe snel je als consument zwicht voor rode stickers, kortingspercentages en rekken waar 'afgeprijsd' boven hangt. Zonder je af te vragen of het eigenlijk allemaal wel waar is. Is die trui van veertig euro inderdaad afgeprijsd? Of hing hij er vorige week ook voor veertig euro, maar dan zonder sticker op het prijskaartje? Is die handtas met maar liefst 70% korting echt een koopje, als de oorspronkelijke prijs volgens het kaartje 180 euro is?

Er gaat bij menig Nederlander toch echt iets kriebelen als hij denkt iets veel goedkoper te kunnen krijgen. En die impuls om dan nog even iets meer mee te nemen dan hij van plan was, werkt nog steeds het best in de winkel zelf. Niet online, waar hij snel een tweede tabblad opent en via een prijsvergelijker checkt of het niet ergens anders nog goedkoper kan. Maar zo in de winkel trekken die speciale rekken met afgeprijsde kleding, met laatste stuks en op = op toch altijd nog net eventjes de aandacht.

Waarmee ik, beste retailer, niet wil zeggen dat je alles maar op een koopje of actie kunt laten lijken als dat niet het geval is. Want de klant is kritisch genoeg. Niet iedereen zal op zijn mobieltje gaan prijsvergelijken in de winkel, maar er hoeft er maar eentje te zijn zoals de Facebooker hierboven, die zijn gerieven uit op social media, en dergelijke berichten worden maar al te gauw gedeeld. Maar wie weet is er iets te doen met speciale acties die uitsluitend in de winkel verkrijgbaar zijn, en waarvoor op de bijbehorende webshop slechts reclame gemaakt wordt (of een actiecoupon geprint kan worden)?



Sunday 22 February 2015

(Schrijf)Wedstrijdje doen?

Mocht ik het nog niet hard genoeg hebben geroepen: ik kom eventjes een beetje om in de deadlines (zei ze blij). Allemaal voor rond dezelfde tijd. En weet je wat? Ik ga ze halen, alle drie de vertaalprojecten. Die gaan nu eenmaal voor op dingen als zelf verhalen schrijven. En stofzuigen, en zo…

Maar ja, dan duikt opeens de ene schrijfwedstrijd na de ander op in je Facebook-nieuwsoverzicht. Intens gemeen! Bij de eerste weet ik me er nog wel uit te redeneren: nee, ik ga niet meedoen want ze willen een heel boek hebben (tussen 50.000 en 90.000 woorden). En ik ga het niet redden om binnen vijf maanden een heel boek helemaal af te hebben. Bovendien waren de thema's niet helemaal mijn 'ding', en kostte deelname geld.

Dus duikt wedstrijd nummer twee op. Gevraagd woordaantal: 15.000-30.000. Het genre is algemeen genoeg om te kunnen, en opeens vonkt er een idee in mijn hoofd. Ik vind het een leuk idee. Het heeft geen enkel raakvlak met de verhaallijnen die ik al had geselecteerd voor dit jaar. Het zou een spannend verhaal kunnen worden...

Mits ik een plot kan rondkrijgen, want zoals gebruikelijk is mijn idee een beginnetje met algauw wat randverschijnselen, maar een structuur zit er nog niet in. Wel een hoofdpersoon. Nee, wacht. Het gaat om de een, maar we kijken mee met de ander. Handig? Niet bepaald, maar die ander heeft wel meteen een naam. En hij wil niet meer uit mijn hoofd. Hij wil dit verhaal vertellen...

Lees meer schrijfblogs op mijn website.

Monday 26 January 2015

Over e-readers die je leesgedrag doorbriefen...

Misschien heb je het stuk van Roderick Nieuwenhuis op de NRC-website wel gezien, over e-reader gegevens die door Kobo zijn vrijgegeven. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om jouw leesgedrag: welk boek lees je wel of niet uit, en hoelang doe je daarover? (Zie links onderaan.)

In dat stuk wordt meteen het beeld geschetst dat ook in mijn gedachten opkwam: stel dat uitgevers die dingen van alle lezers weten, zullen ze dan besluiten bepaalde auteurs of genres niet meer of juist wel in te kopen of te laten vertalen? Anders moet iedereen straks maar door zijn e-boek bladeren tot hij bij het einde is, anders heeft het nog nadelige gevolgen voor de auteur! - zie het voorbeeld in het artikel van de bestseller die dus blijkbaar niet zo best gelezen wordt.

Maar het originele bericht van Buzzfeed (zie eveneens onderaan) vertelt daar meer over. Ten eerste maken niet alle fabrikanten die gegevens openbaar, ten tweede zeggen uitgevers zich daardoor niet te laten beïnvloeden in de acquisitie of redactie. (Zéggen ze.) Volgens hen heeft dergelijke informatie meer waarde voor de marketingafdeling: zo zullen ze een auteur niet gaan vertellen dat er een probleem is op bladzijde 154 omdat meerdere mensen daar ophouden met lezen, maar zouden ze nieuwe verkoopsuccessen kunnen ontdekken om die betere pr-ondersteuning te geven, bijvoorbeeld.

Als dat waar is, zouden uitgevers op die manier ook nieuwe bestsellers kunnen ontdekken onder titels die door schrijvers op eigen titel zijn uitgegeven - waar je nu dus Goodreads voor gebruikt, bijvoorbeeld. Haha, dan moet elke schrijver in spé juist zorgen dat hij zijn werk desnoods gratis uitgeeft via Amazon, in de hoop als een gek gedownload en gelezen te worden. (En nee, dat meen ik niet echt, want dan ben je dus al je harde werk aan het weggeven, alleen maar in de hoop dat de juiste leesgedrag-gegevens worden doorgespeeld aan de juiste partijen.) Er zullen er maar weinig zijn voor wie die vlieger opgaat. Bovendien zegt dat ook nog eens niets over kwaliteit. (Er werd zelfs van het kassa-succes E.L. James al geroepen dat de Nederlandse vertaling zo veel beter was dan het origineel...)

In elk geval lijkt het mij maar niks dat mijn e-reader gegevens over mijn leesgedrag prijsgeeft. (En nog gekker dat ik straks van elk apparaat in huis toestemmingen moet gaan beheren!) Want theoretisch gezien kan een fabrikant dus ook gegevens gaan verkopen: zij leest nu dit boek, maar heeft ook die-en-die titels op haar reader staan. Dit boek heeft ze wel uit, dat boek is verwijderd na drie bladzijden, bij dat boek heeft ze aantekeningen gemaakt, dit kinderboek is tien keer (voor)gelezen, maar over dit boek heeft ze een maand of zes gedaan...

Zoals met de meeste statistieken heb je weinig aan cijfers zonder context. Zo zou je in het laatste geval kunnen denken: als je zo lang over een boek doet, dan vind je er dus niks aan, of dan is het lastig om door te komen. In mijn geval kwam het echter door een gebrek aan tijd, en het feit dát ik hem wel heb uitgelezen geeft al aan dat ik het boek de moeite waard vond. Maar dan nog, wil ik dat een uitgever of fabrikant dat allemaal zomaar te weten krijgt?

Daarnaast heb je gelukkig ook nog de markt van gedrukte boeken, waarover totaal geen data van het leesgedrag bestaat (behalve boekenblogs, maar er zijn er genoeg die een achterkant overtikken en dat een recensie noemen). Die boeken kun je uitlenen aan vrienden en familie, of ze staan juist een eeuwigheid in de kast te wachten voor je tijd of zin hebt om hem te lezen. Gebeurt dat met een e-boek, dan ziet de uitgever dat meteen als een slecht teken. Terwijl ik sommige boeken juist bewaar voor een moment dat ik ze echt even alle aandacht kan geven, en ze in één keer kan uitlezen. Ik moet er niet aan denken over de meest recente Zafón ook zes maanden te doen... dus die moet nog steeds even wachten.


In reactie op het artikel van het NRC, door Roderick Nieuwenhuis: http://www.nrc.nl/boeken/2015/01/26/je-leest-e-books-dan-lezen-uitgevers-en-e-bookproducenten-met-je-mee/ dat op zijn beurt is gebaseerd op http://www.buzzfeed.com/josephbernstein/publishers-know-you-didnt-finish-the-goldfinch-heres-what-th#.kxL8K0pnp van Joseph Bernstein voor Buzzfeed.

Wednesday 17 December 2014

Graag of niet hoor, meneer #dtv

Had ik me toch even een soort Lisette Jonkman-momentje zeg. Ik doel hiermee op haar recente blog op Viva over reacties van mensen op Marktplaatsadvertenties, niet op boekcontracten of iets dergelijks. Maar het medium dat mijn nekharen overeind liet staan, was Twitter.

Er kwam een tweet voorbij waarin iemand met hashtags als 'please', 'svp' en 'aub' naast het gebruikelijke 'dtv' wilde weten of iemand misschien bepaalde dvd's had. Volgens de tweet was zijn dementerende moeder daar namelijk enorm mee geholpen. Nou had ik dus geen dvd's, maar wel nog videobanden liggen die nog van mijn vader zijn geweest. Als ik daarmee iemand op zo'n manier een plezier kan doen, dan mogen ze wel opgehaald worden.

Dus reageerde ik met de mededeling dat ik wel videobanden had, maar geen dvd's. De eerste reactie was: ja, maar 'dat is het antwoord op de verkeerde vraag'. Met andere woorden: ik vroeg om dvd's. Dus. Die 'dus' stond er niet bij, maar gevoelsmatig hing die al tussen de regels door te gluren. Gek genoeg kreeg ik de neiging me te verontschuldigen: ach, ik dacht misschien heb je nog zo'n vhs-apparaat staan, je weet maar nooit. Denkend aan die arme moeder van hem - want stel dat niemand dvd's te geef heeft en ze zouden wel een videospeler hebben of kunnen krijgen/lenen... Eigenlijk vond ik het best aardig van me, op zo'n meedenkende manier.

Maar in het tehuis is het niet handig om zo ontzettend veel verschillende apparaten te hebben in een kleine kamer, liet de vrager weten. Waarom ik daar nog op reageerde, geen idee. Maar toch: ik vermoedde al dat het om een tehuis ging, dus vandaar dat ik even dacht dat ze daar nog zo'n apparaat hadden, maar goed, ik heb dus geen dvd's.

Daarmee dacht ik dat de kous wel af was, maar toen kwam de echt tenenkrommende reactie: het gaat ook om een tehuis, maar wel eentje in het nú. Met zo'n smiley-tekentje dat elke opmerking die eraan voorafgaat moet goedpraten. De twee tweets die als eerste in me opkwamen heb ik niet geplaatst, maar in plaats daarvan gooide ik het over de cynische boeg. Ik stelde hem voor dat hij de dvd's (voor zijn arme moeder) ook gewoon zelf kon aanschaffen.

Weer een reactie: 'dat is nóg een antwoord op een andere vraag'. Goh, alle vrijgevigheid die ik aan het begin voelde was nu echt wel helemaal weer weggezakt. Om nog meer commentaar tegen te gaan, tikte ik dat ik er nu wel weer klaar mee was. Waarop de vrager zich toch nog even liet horen met een schamper: 'heel goed! :)' (Smiley binnen de aanhalingstekens, dus ja, die zat er ook bij.)

De verleiding was even groot om terug te tweeten: je kunt maar graag het laatste woord willen hebben. Maar dat was me te ironisch, want daarmee zou ik dan... Of ik zou weer zo'n opmerking terugkrijgen die me echt voorgoed zou genezen van hulpvaardigheid via social media. In plaats daarvan tik ik nu dit blog, dus een klein beetje het laatste woord willen hebben zit er wel in, al is het overgrote deel van deze tikoefening toch dat ik dit even uit mijn systeem moet krijgen voor ik ga vertalen. #SorryNotSorry

Tuesday 25 November 2014

I want to write, and I want it right now!


One Day... There will be an actual book with my name on it as the author. Even if I have to make my own printer spit it out.

Seriously. If I could have little edible books made of all my translations, I'd have a nice silver platter with at least 65 different cupcakes on it. No kidding. And I'm incredibly proud of that achievement, too.

And yet, I want more. I've always wanted to write. Ever since I was a little kid, borrowing names from my parents' friends to write and draw a little story. I still want to write, and now that I've crowbarred that door open a bit more, the ideas are flooding in. I do write those down, but there just isn't enough time in the day to do more than that.

I know that most published authors, when asked for writing advice, say that there is no such thing as 'I have no time'. Then you make time, they'll say. It's true, to a large extent. But sometimes you really just don't have time. Where do you think the more than 65 translations come from? Add to that a small kid and a baby, and it's a miracle I manage to get the laundry done on time every week. No kidding.

That's probably my one thing for 2015. If I had to make New Year's Resolutions, it would be: to write. You see, publishers usually only accept entire manuscripts, or a large chunk of one. Which means, the book has to have been written by then. (That's ignoring the fact that your manuscript then ends up on a pile, collecting dust with many many others, hoping it might stand out and be noticed. Which is what they are all hoping for. One big pile of hopefulness.)

But there's a vicious circle lurking. I must find time or make time to write an entire book, which you could call an investment of time. Meaning: it's a great job but it doesn't pay a dime, unless you actually do get discovered amid the Pile of Hopefulness, and that can easily be months (or years) later. Add to that not really having any time to spare, for using what time I have to be with my children and to translate books (which does pay something, at least), and all your enthusiasm resembles that of a dog chasing his tail.

All that said and done, I will write something substantial again, soon. I will discover my Show, Don't Tell button somewhere and get into Tha Zone and have something worthy of consideration. There are plenty of ideas to elaborate on, after all. Now to find some time... at some point.

Tuesday 11 November 2014

More show, less tell, even less time

Not too long ago I decided to give writing - or submitting, to be more precise - another shot. I had a few snippets and fragments to revisit, a short story that could do with another edit and I saw this picture of an Asda cake that nearly hurt my teeth just looking at it, and I decided to write a short story to accompany it, all for a contest.

That contest is still open (you can still vote for both, but since they're Dutch I'm not sure if you can read either of them very well), and I did get one other story of mine published in an online literary magazine, so all in all it was already worth it.

But wouldn't you know, the one story out of all of these that I really had high hopes for is the one that came back from a publisher with some lovely feedback... but still a 'no'. I should show more and tell less. Ah, Nemesis, thou art back. I've put so much feeling into the story, made it work in a good progression from beginning to end, with a dash of pathos and a helping of humour, but it's too telly, and not showy enough. Well, I'll just have to get back to that whenever I can find some time.

Thing is, I really do appreciate the feedback. I can work with that. The rest of the e-mail was pretty positive, too. Just that the publisher wasn't really looking for chicklit (which that story happened to be), that sales figures were dropping in that genre and that they planned on publishing even fewer titles next year. Meaning, they can be even more selective about the few that make the cut.

But unlike So Many Other Writers I can't just erase my planning and dedicate what little free time I have to writing. Even when I do sit down and type for a bit, I never know when I'll be able to get back to that story. There's the kiddies, but mainly the deadlines for the translations I'm working on. That I love working on. They come first, however much I love to write and however much I'd love to write. There just isn't enough time in the day, week or even month to do *everything*.

Which simply means that I'm a mommy first and a translator second. That's what I do and what I love doing. It's my job, and I'm pretty good at it, too. Writing is a dream, an ambition, an aspiration. But it'll have to wait. And that's not a pathetic excuse to procrastinate, but a decision that you sometimes have to make.

Wednesday 8 October 2014

'Eh... één koffie... van de muur... alstublieft.'

In onze krant staat een berichtje over een nieuw initiatief: "koffie van de muur". Iemand koopt daarbij van tevoren alvast een kop koffie voor een ander die dat niet kan betalen. Een wijkcentrum begint daar deze week mee, en er komt speciaal een wethouder langs om het startsein te geven.

Het idee is overgewaaid uit Napels, meldt het artikeltje. Je neemt koffie en rekent er twee af, dan komt er een streepje op een bord aan de muur. Zo ziet iemand anders dus dat er een kopje koffie alvast is betaald, en hij of zij kan daar dan gebruik van maken. Het is een ontzettend sociaal idee, dat toont dat er nog mensen zijn die iets voor een ander willen doen, zegt het stuk. Het moet ervoor zorgen dat ook mensen 'die het niet breed hebben' naar het buurtcentrum komen.

Het is een mooi idee. En de groep die geen geld heeft voor een bakkie koffie bij het buurtcentrum - dat overigens toch echt geen Starbucks-tarieven hanteert (of anders zijn prijsbeleid moet aanpassen) is wellicht een stuk groter dan we denken. Maar die mensen kunnen ook iets verder lopen naar de dichtstbijzijnde supermarkt om daar gratis een bekertje koffie te drinken (want ook daar is aanspraak) zonder daar specifiek om te hoeven vragen. Want ik kan me voorstellen dat het toch een drempel is, om te vragen naar dat gratis bakkie koffie, waarna iedereen ziet dat de krijtstreep weer van het bord wordt geveegd.

En aangezien de bijdehante types de halve wereld hebben, wie zegt er dan dat degene die vraagt naar een 'koffie van de muur' ook daadwerkelijk die paar muntjes niet kan missen? (Vergeef me mijn scepticisme, maar ik heb net het zoveelste bericht gelezen over functionaris X die bij Goed Doel Z ik weet niet hoeveel euro's heeft verdonkeremaand. En er is me op straat iets te vaak gevraagd om 'een eurootje voor een bakkie koffie' door iemand die er alles behalve koffie mee wil halen.)

Ik ben benieuwd of dit initiatief slaagt. Of er veel Nederlanders zijn die alvast een bak koffie vooruit betalen - of dat ze toch liever trakteren en zien wie de koffie krijgt. Ik ben benieuwd of er veel Nederlanders zijn die om die gratis bak vragen - of dat ze dan toch liever even doorlopen naar de supermarkt.

Misschien is het toch handiger om een spaarpotje neer te zetten naast de kassa en van die donaties kopjes koffie uit te delen. Of wie weet kan een buurtcentrum ook wel gewoon zelf af en toe gratis bakjes koffie schenken zonder dat er iemand voor betaalt. Gewoon omdat die mensen het niet zo breed hebben. En zodat ze de weg naar het buurtcentrum wat eerder kunnen vinden.

Bron: http://www.deweekkrant.nl/pages.php?page=3041156

Wednesday 10 September 2014

Van 'wanker' tot 'shanizzle' - #vertalen

UrbanDictionary.com
Zo af en toe praten de tieners in de boeken die ik vertaal ook echt als tieners. In elk geval wel in het boek dat dit najaar moet verschijnen: The Rock 'n' Roll Diaries, van Jamie Scallion.

De afgelopen maanden heb ik mogen werken aan zeer uiteenlopende vertalingen: een avontuur in de ruimte met zeer vijandige taartjes en rare ruimtewezens, een roman die me zelfs na twee keer doorlezen nog een brok in mijn keel bezorgde, een avontuur met een buitengewoon vreemd stel circusartiesten, het slot van een serie waarin de wereld bijna was vergaan (je maakt wat mee als hoofdpersonage in een Young Adult-boek), het begin van een serie waarin iemand tot de ontdekking komt unieke gaven te bezitten, een boek met een nogal getroebleerde tiener van het If-I-Can't-Have-Him-Nobody-Can-soort en nu een verhaal over een stel jongeren dat een rockband vormt... om indruk te maken op een meisje.

De vorige alinea klinkt als een geweldig stuk zelfpromotie (moet ook kunnen), maar ik wil er vooral ook mee aangeven wat een uiteenlopende verhalen en dus ook personages en schrijfstijlen er zo af en toe voorbij komen. En het verhaal over de band - The Rock 'n' Roll Diaries - vormt geen uitzondering. Het is een van de drie Britse boeken van dit jaar, en dat merk je ook meteen aan het taalgebruik (en de humor). En dat is natuurlijk waar het bij het vertalen allemaal om draait.

De typisch Britse uitdrukkingen vliegen je om de oren, meteen al vanaf bladzijde één: "when I was a little Year 7 scrotum", "the fittest girl in the school" "massive bangers", "#wellgutting" en een geweldig scheldwoord als een "dickless twat". Daar mag ik dus een passende vertaling voor vinden. En eigenlijk vind ik het Nederlands lang niet zo rijk aan schitterende scheldwoorden. Een jongen is algauw een eikel of een klootzak, een meisje een trut of een teef, als je niet meteen overstag gaat om het woord bitch over te nemen uit de brontaal (want dat klinkt toch altijd net wat hatelijker dan "trut", toch?).

En dat dit boek ook nog eens heel hip doet, bewijst het gebruik van de hashtag hierboven al, maar ook een uitdrukking als: "I thinkt it would definitely make people read about my shanizzle." Je watte? 

Ik weet dat "fo shizzle" iets als "zeker weten" betekent. Volgens mij heb ik dat van Snoop Dogg opgepikt toen hij nog gewoon Snoop Dogg heette (voor hij besloot dat hij weer gewoon zo heet). En het meestal vrij behulpzame (maar soms ook domweg botte, want niet-geredigeerde) woordenboek Urban Dictionary legt dan ook nog uit dat "shizzle" twee dingen kan betekenen, afhankelijk van hóé je het zegt (zie afbeelding). Maar "shanizzle" geeft dan weer geen nuttig resultaat, al denk ik dat ze in dit geval hetzelfde uitdrukken.

Dus dit lijkt me weer een echte uitdaging, met veel opzoekwerk op (lang leve) internet. Want je wilt toch wel precies de juiste toon vangen, en niet alleen maar met een handvol standaardkreten aankomen...

Thursday 4 September 2014

Apparatus respondentus vulgaris-fobie

Gigaset mét antwoordapparaatfunctie
Onze huisarts had zo'n handig systeem bedacht om herhaalrecepten aan te vragen: een beveiligd gedeelte op zijn website. I-de-aal. Niet meer netjes binnen kantooruren in de wachtrij aan de telefoon hangen met zo'n deuntje dat de rest van de week niet meer uit je hoofd wil (Tijuana Taxi, anyone?), maar gewoon even surfen wanneer het jou uitkomt.

Goed, je moest wel een halve medische encyclopedie invullen aan specifieke data over jouw medicijn en eventuele aanvullende opmerkingen (informatie die zij nog specifieker in hun computer hebben staan dan jij op het etiket van de verpakking die je dit keer zowaar niet had weggegooid) - die vervolgens genegeerd werden omdat je precies hetzelfde recept uitgedraaid kreeg als je altijd al had gekregen, ongeacht jouw vragen of wensen. Maar toch. Best handig.

Toch is die functie opeens verdwenen. De assistente vond het namelijk níét handig. Dus is de link van de website verdwenen en mag je je recepten voortaan ouderwets telefonisch aanvragen. Niet bij de assistente, overigens, maar via een speciaal menu dat je uiteindelijk naar een antwoordapparaat leidt.

En ik heb dus een hekel aan antwoordapparaten. Mijn eigen apparatus respondentus vulgaris-fobie. (Ja, ik hou van Roadrunner & Coyote.) Een soort onuitlegbare angst voor dat moment na de piep. De hele inleiding van de huisarts over wat ik allemaal bij de hand moet hebben als ik mijn verzoek inspreek werkt precies zo als de wandeling naar die plek helemaal voor aan de klas, vlak voor je je spreekbeurt moet houden. Ik wéét gewoon dat ik zoiets stoms als mijn naam of geboortedatum ga vergeten te vermelden. Als de stem eenmaal zwijgt als aanloop naar de piep, voel ik mijn hart in mijn keel kloppen.

Vraag me nou niet waarom. Dat is net als met de angst voor spinnen: ik weet ook wel dat het niet logisch is (en de eerstvolgende die zegt: "Zij zijn banger voor jou..." krijgt een hengst), maar ik heb er gewoon niets over te zeggen. Mijn handen worden licht klam, mijn hartslag schiet omhoog en na die piep is het meteen showtime: de stilte eist dat jij je boodschap inspreekt en daarbij niets vergeet. En dan begint dus het gestuntel.

"Eh... ja... ik eh... O, mijn naam. Ja, handig. Laat ik daarmee beginnen." Dit keer vond dit gestotter gelukkig plaats ín mijn hoofd en niet daarbuiten, maar geloof me, dat is me al vaak genoeg gebeurd. (Dat moment waarop je je realiseert: straks hoort iemand elke lettergreep van mijn geklungel én ik kan niet op "wissen" drukken... rode kop gegarandeerd, zelfs al ben je helemaal alleen thuis.)

Heb ik me daar eenmaal doorheen geslagen, dan komt de twijfel. Want dankzij die bubbel waarin ik me op dat moment bevind, heb ik dus geen idee of ik niet daadwerkelijk relevante informatie ben vergeten te vermelden. Zoals naar welke apotheek het recept gestuurd moet worden. Er komt geen bevestiging (dat deed het formulier van de website dus wel, en de assistente vroeger ook: "Je kunt het morgenmiddag ophalen!"), en ik hoop maar dat ik gewoon krijg wat ik wil, ook al is het een jaar geleden dat ik die oogdruppels voor het laatst nodig had. O, dat had ik er geloof ik nog bij moeten zeggen. Zie je nou wel? Stom antwoordapparaat.

Friday 22 August 2014

'There is no such thing as forgetting'

It's not that I'm lazy, I've just been busy... That's it. That's my excuse for not having posted anything on this blog since February, not even a quote. Which is what I'm posting today.

It seemed nicely appropriate, on the day that marks the two-year 'anniversary' (that sounds like a too-happy-word) of my father's passing. (P.S. I love the English language.)

Taken from a book I've had the good fortune to translate, here's a thought about loss:

"You don't miss people with the same intensity all the time. You can spend days, weeks even, not thinking about someone, and then all of a sudden, something reminds you, and it's as if you've been shot in the face with a sadness gun."

Sarah Moore Fitzgerald – Back to Blackbrick

I believe this illustrates perfectly my belief that it really isn't about the date. That number on the calendar doesn't make the sense of 'missing' any different from yesterday, last month or next week. And whether you think of someone daily, or only now and then doesn't matter. Either is okay. Because - look at the novel's tagline - "there is no such thing as forgetting".

Sunday 1 June 2014

To tweet or not to tweet...?

Image: www.webwinkelsoftware.nl/
Zo af en toe zie je een berichtje op Twitter waar een tik- of spelfout in geslopen is. (Gebeurt mij ook, geloof me.) Afhankelijk van wie het bericht plaatst, kun je je dan afvragen of je daar iets mee doet of niet. Je zou terug kunnen tweeten dat er een foutje in staat, vragen of ze het echt zo bedoelen, of een opmerking maken met een knipoog. Nou is Twitter hét medium van de knipoog - plaats een ;) achter een zin en het is meteen allemaal ouwejongenskrentenbrood - dus wat mij betreft is dat een zeer geschikte, en vooral ook vlugge, methode.

Niet dat je iedereen overal op fouten moet wijzen. Dat is natuurlijk niet leuk, een beetje een vreemde hobby en bovendien kun je er dan meteen een fulltime klus van maken. 't Is maar waar je zin in hebt.

Maar als het nou om een bedrijf gaat? Een (online) krant die stukken plaatst met dikke fouten in de kop of lead - terwijl zo'n journalistiek bedrijf beter moet weten? Een bedrijfje dat is gespecialiseerd in diverse vormen van communicatie, maar niet doorheeft dat er van de 140 tekens er toch een paar niet juist zijn? Een freelancer die hoopt werk te krijgen en die net daardoor misschien aan geloofwaardigheid verliest?

Bij een landelijke krant kun je de fout zelfs retweeten zonder dikke knipogende smiley erachter. Zij zouden tenslotte moeten weten wanneer er een -dt komt en wanneer niet, bijvoorbeeld. Er zijn genoeg mensen die met #fail even onderstrepen wat er nu weer niet klopt. En sommige online kranten lijken het er bijna om te doen, met alle (slordigheids)fouten. Ik zag zelfs een magazine dat een standaardbericht onder elke post heeft staan: ziet u een foutje, mail ons dan even. Die houden er bij voorbaat al rekening mee. Ach, dat spaart een eindredacteur uit.

Zelf geef ik het bij opvallende of erge fouten toch graag even door. En omdat het Twitter is, doe ik dat via Twitter. Met een luchtige opmerking, hint of een ander kort berichtje. En, nogmaals, alleen bij bedrijven of personen waarvan ik denk dat die fouten slecht zijn voor hun geloofwaardigheid. (Ik kwam ooit eens op de website van een ondertitelbureau. De Engelse versie van die site was bar slecht. Ik zou ze zelf beslist niet in de arm nemen als ik een opdrachtgever was...)

Meestal wordt de tweet-met-de-fout hersteld of gewoon verwijderd. Soms krijg ik een reactie terug, vaak in de vorm van een dankjewel. Al dan niet gemeend, want het zure gezicht achter de laptop krijg ik toch niet te zien. Het wordt pas vervelend als iemand zich aangevallen voelt en dan uithaalt of aangebrand reageert. Want weet je, meneer Foutjes-sluipen-er-nu-eenmaal-in, je kunt namelijk ook eerst je tweet nalezen voor je op 'tweet' of 'tweeten' drukt. In plaats van boos naar mij kijken dat ik de fout heb gezien en er nog iets over terug durf te tweeten ook. Ik had ook een opdrachtgever kunnen zijn die meteen denkt: ik zoek wel verder.

Wat mij betreft is Twitter echt zo'n medium waarmee je makkelijk contact legt. Je kunt dus ook eenvoudig iemand erop wijzen dat er iets raars in een tweet staat. Persoonlijk vind ik het omslachtig als ik dat via een mailtje moet gaan melden - alleen maar omdat de buitenwereld de inhoud daarvan dan niet ziet - en je maakt mij niet wijs dat mensen spontaan massaal allemaal die ene reactie op de tweet lezen. Ik zou dus zeggen: als je het zo ontzettend vervelend vindt als iemand wijst op een foutje (of drie) in een tweet, lees 'm dan zelf een of twee keer na.

Tuesday 20 May 2014

Callcentermeisje: 'Ik ga denk ik ook maar vertalen!'

Toegegeven: ik heb een hekel aan telefonische acquisitie. Van die bedrijven die mij bellen om een product of dienst te slijten waar ik niet op zit te wachten, niet om gevraagd heb en niks van wil weten. En die je dan toch nog aan de praat weten te houden na de eerste twee keer 'nee' en 'geen interesse'. Of ben ik nou zo'n slapjanus? (Deze vraag was retorisch bedoeld.)

Vandaag dus een bedrijf aan de lijn gehad. Meisje (ach, ze zal mijn leeftijd hebben, maar ik vind mezelf gewoon geen 'mevrouw') begint te vragen naar iemand met mijn achternaam, maar een heel andere voornaam. 'Die ken ik niet,' grinnik ik. Maar ben dan zo stom om de juiste voornaam te geven. 'Ha ha, wat een grap, het zal hier wel verkeerd staan.' Kortom: het gesprek is begonnen. Bah.

Meisje legt een beetje uit namens wie ze belt, wat het bedrijf doet. Iets met kredieten checken. Voor ik kan zeggen dat me dat niet boeit, roept ze tussendoor dat mijn bedrijfje al vijf keer is opgevraagd. Door wie, denk ik later - veel later - maar goed, dat gaat ze me toch niet vertellen. Raar is het wel, ik ben immers geen bedrijf dat facturen van anderen betaalt. Nee, ik lever de service, anderen betalen míj.

Echter, ook voor een eenmanszaakje als het mijne kan Bedrijf X echter wel iets betekenen, verzekert Meisje mij. Want je kunt bijvoorbeeld gewaarschuwd worden wanneer er iets bekend is over de kredietgeschiedenis van een bedrijf waarmee je zaken doet of gaat doen. En vooral voor een zzp'er als ik, met pakweg vijf klanten in een jaar (ja, dat toverde ze blijkbaar even ergens vandaan), is het natuurlijk helemaal zuur als er een factuur onbetaald blijft.

Op het moment dat ik opmerk mijn klanten wel te kennen op dit moment en dus geen behoefte te hebben aan hun vorm van dienstverlening, komt er uiteraard een volgend argument. Toekomstige klanten checken. Bestaande bedrijven die in moeilijkheden verkeren zonder dat dat algemeen bekend is (maar Bedrijf X weet dat dan uiteraard wel). Via e-mail gealarmeerd worden om bij bedrijf zus-en-zo maar goed achter je geld aan te zitten, want...

En dan komt het: 'Zit je achter de computer, surf dan even met me mee naar onze website.' Okeeee... Dat is alarmbelletje een. Het kan een phishing-site zijn, maar zolang ik daar verder niets doe, is er niets aan de hand. Toch? 'Onze site is grijs met rood en rechts bovenin staan vakjes voor inloggen.' Alarmbelletje twee. Ik ga niet inloggen, ook niet met gegevens die zij me verstrekken. Nuh-uh.

Maar Meisje werkt nog maar pas bij dit bedrijf, en nu ze me zo ver heeft dat ik nog steeds aan de lijn hang, gaat ze me even doorverbinden met een collega die meer weet van dergelijke rapporten en die dus ook meer kan vertellen over wat zij voor me kunnen betekenen. Meisje belooft dan ondertussen wel mee te blijven luisteren. (Eh... bedankt?)

En dan komt Meisje 2. Ook dat Meisje is heel vrolijk en opgewekt en weet me al half uit te horen over wat ik dan voor werk doe als eenmanszaakje voor wie het ook heel interessant kan zijn om me bij hen aan te melden. Ik noem iets over vertalen (O ja, welke taal dan? Wat vertaal je dan?), maar houd het redelijk vaag. Ook als ze iets vraagt over wat voor soort opdrachtgevers ik dan heb, ga ik niet veel verder dan 'diverse bedrijven'. Vraag me niet waarom, want op mijn website kun je die informatie zo terugvinden. 

Dan komt de vraag - de inventarisatievraag - want hoeveel verdient dat dan, dat vertalen? Met maar vijf opdrachtgevers in een jaar, hoe hoog kan zo'n factuur dan oplopen? Is het 20.000, 50.000 of 100.000 euro? Ik proest al voor ik er erg in heb. 'Op jaarbasis, bedoel je?' vraag ik grinnikend. 'Nee, per factuur?' Ik: 'Per factuur, en dan begin je bij twintig? Nee, hoor. Dat toch echt niet.' Waarop ze dus wil weten hoe veel dan wel. 'Misschien een paar duizend', zeg ik met enige schroom. Waarop zij de geweldige opmerking plaatst: 'O, ik denk dat ik dan ook maar ga vertalen!' 

Een mooi moment om de hoorn erop te gooien. De opmerking 'daar heb je wel iets meer voor nodig dan Google Translate' ontglipt me al voor ik er erg in heb, maar dit lijkt me een mooie tijd om het gesprek te gaan afronden. Je weet wel, poging nummer zoveel. Maar dit keer slaag ik er wel in en laten ze me weer met rust. Hoop ik.