Tuesday 23 August 2016

Let niet alleen op je d's en t's, maar ook op je woorden.

Of het nou door de plotselinge warmte komt of door mijn drukke agenda, of door de post-vakantiedip, of door een reactie die "vooral niet persoonlijk bedoeld is, hoor", ik ben het even zat dat je goed bedoelde opmerkingen niet meer kunt maken zonder een negatieve reactie te krijgen. In dit geval, het etiketje "taalnazi".

Laten we wel wezen, als je het woord intikt op Google en bij afbeeldingen kijkt, komen er best grappige dingen voorbij. Maar ook ronduit kwetsende plaatjes. Ga maar kijken. Die geven precies aan waarom ik de term nog erger vind dan jodenkoeken en negerzoenen en noem maar op. Hoe kan het dat mensen die bijna allemaal een mening hebben over Zwarte Piet nog wel dit soort woorden gebruiken, zonder zich te realiseren welk blik geschiedenisellende je daarmee opentrekt? (Maar dat is weer een heel andere discussie.)

Ik voel me blijkbaar aangesproken (niet gek als iemand het tegen je zegt), en gekwetst. Niet zozeer door het woord, maar door die hele betekenis die erachter schuilgaat. Ook al vind ik mezelf geen taalnazi. Ik ga namelijk niet elke website of elke krant uitspitten op taalfouten of achter mensen aan tweeten dat iets niet klopt. In een FB-post van Genootschap Onze Taal wordt de taalnazi beschreven als: "iemand die ongemeen kritisch is op het taalgebruik van anderen". (Een andere website doet daar nog een schepje bovenop en spreekt zelfs van de "nauw verholen minachting" waarmee de taalnazi anderen op fouten wijst.)

Ik ben niet extra kritisch op het taalgebruik van anderen, ik zoek die dingen niet op. Wel is het een occupational hazard (of gewoon een afwijking) dat taalfoutjes en tikfoutjes mij meteen in het oog springen. (En ik maak ze zelf ook heus wel, vooral als mijn hoofd sneller denkt dan mijn vingers kunnen tikken.) Wat weer niet wil zeggen dat ik er dus altijd iets mee doe. Sterker nog, als ik er al iets mee doe, dan uit zuiver goede bedoelingen. Dat kan namelijk ook nog.

Ik heb ooit, in mijn zoektocht naar een werkgever, een website gezien van een vertaalbureau die niet alleen slecht geschreven maar ook nog eens slecht vertaald was. Hun vak, hun visitekaartje. Maar daardoor voor mij geen geloofwaardige partij om zaken mee te doen, op welke manier ook. Mogelijke klanten zullen hoogstwaarschijnlijk ook meteen verder zoeken. En wat doe je dan? Negeer je het en sluit je je browser en ga je wat anders doen? Nagel je ze aan de schandpaal met een screenshot op social media? Of denk je: wie weet hebben ze het zelf echt niet door, ik zou er een mailtje aan kunnen wagen, dan kunnen ze er wat aan doen? Of moet je dan meteen denken: laat maar, straks vinden ze me een taalnazi?

Op een website zag ik deze opmerking: Wie gemakzuchtig met de taalregels omgaat, gaat gemakzuchtig om met zijn eigen boodschap en met de ontvanger ervan. Bedrijven en beroepsbeoefenaars die "iets met taal" te maken hebben, worden dan ook ongetwijfeld kritischer beoordeeld dan anderen. Op zich niet heel gek, toch? Dat de lezer verwacht dat deze personen en bedrijven dan ook goed zijn in taal? Want dat hoort bij hun vak. Een kopje "kappusjieno" op de bon van een café is grappig, maar je verwacht wel een lekker bak cappuccino voorgezet te krijgen, geen espresso of slootwater. Want dat is het vak van de barista. Dus als iemand zijn taalgerelateerde diensten aanprijst in een tekstje met diverse fouten, wat denkt hij daar dan mee te bereiken?

Ik vind het jammer dat je met een goed bedoelde opmerking* weggezet wordt als een komman--ker, of iets vergelijkbaar negatiefs. Ik vind het jammer dat (sommige) mensen zich blijkbaar aangevallen voelen als je ze op een spel- of tikfout wijst. Dat ze het persoonlijk lijken op te vatten en het meteen wegwuiven als kritiek of zelfs bestempelen als bemoeizucht. Alsof je lachend wijst en zegt: haha, je kan er echt niks van! Terwijl je eigenlijk denkt: het zal wel een slordigheidje zijn.

Ik vind het net zo jammer dat (sommige) mensen echt niet malen om de kwaliteit van een tekst, vooral als dat toch echt bij hun vak hoort. Dat ze zich er niet aan storen dat de lezer zich er mogelijk aan stoort. Misschien is het een snelheidsfout. Misschien een tikfout. Een redactiefout, of juist een gebrek aan redactie. Misschien is er sprake van dyslexie. Of van slordigheid. Of van luiheid. Of misschien kun je er echt niks van. Daar ga ik niet over, en een dergelijk oordeel zul je van mij niet krijgen. Doe dan alsjeblieft ook niet alsof dat wel zo is.

Want ik vind het helemaal jammer dat (sommige) mensen overgaan tot name calling. En dan kiezen voor taalnazi, met alle connotaties van dien. (Tip: taalpurist is iets minder beladen.) Vooral als ze dan ook nog zeggen dat het niet persoonlijk bedoeld is. Dan onderschat je toch echt de kracht van woorden.


* (En dan heb ik het, nog steeds, over professionele teksten, niet over FB-berichten die ons laten weten dat je bij de supermarkt bent geweest of op vakantie gaat of je teen gestoten hebt.)

Friday 15 April 2016

Een beetje omblokkeren voor honderd miljoen

De nieuwste Blokker, Amsterdam
Foto: Blokker Holding
V&D is nog bezig de laatste restanten uit het magazijn met steeds hoger oplopende korting te slijten, en ondertussen zet Blokker weer een aantal mensen op straat wegens een 'reorganisatie'. Ik geloof dat ik, ondanks een aantal jaren achter de retailschermen gekeken te hebben voor Digitailing, nog steeds niet zo goed begrijp waarom een verlieslijdende winkelketen het ineens weer beter doet als je er een nieuw logo op plakt en dezelfde inventaris anders neerzet of de kassa verplaatst. Is uitbreiden of veranderen of verbeteren van het assortiment dan niet handiger dan een beetje omblokkeren, net als het kundiger maken van je personeel, in plaats van er weer een paar op straat te zetten?

Bij ons in het winkelcentrum heeft Blokker een metamorfose ondergaan. Ze hebben hun oude pand van twee verdiepingen, met handige lift, verlaten en zijn in een kleinere ruimte verder gegaan met een heel nieuwe indeling die open moet lijken, maar die veel killer overkomt. Overzichtelijker (mits je weet waar je moet zoeken), maar ook met de indruk dat het aanbod kleiner is dan voorheen. Waarom ze nog een top 5 of top 10 aan speelgoed hebben is me echt een raadsel, want holdinggenoot Bart Smit of Intertoys zit altijd in de buurt, met een breder aanbod (en dezelfde prijzen). Het is een winkel geworden waar je even vlug in duikt als je weet wat je moet hebben, niet om leuk te winkelen of te kijken wat er zoal is. Want er zit weinig verrassends bij.

In het nieuwsbericht over de recentste reorganisatieplannen van de retailer wordt gerept over 'een modernere uitstraling', 'een eigen huismerk, onder meer voor handdoeken en beddengoed', 'verder wordt de webshop vernieuwd, in combinatie met een nieuwe webshopdienst in de winkels' [sic / Bron: Nu.nl]. Niet omdenken, maar omblokkeren, dus. Voor honderd miljoen.

Is online kunnen bestellen echt zo belangrijk als je een zwabber nodig hebt? Als je een servies zoekt, of een wasrek moet hebben? Ik zou het handiger vinden als ik een verkoper van een winkel met schoonmaakmiddelen kan vragen welk middel het best werkt bij probleem zus-en-zo zonder op het standaardrek met dure HG-producten gewezen te worden onder het motto 'als we het hebben, staat het daartussen', of dat als ik zoek naar stoffen opbergdozen dat die er ook zijn. Van een goede kwaliteit. Niet dat het handvat er na twee weken al af gescheurd is of de hoekjes zijn versleten. De uitstraling van de modernere Blokker op de foto geeft hoop, maar de vraag is welk prijskaartje dan weer aan de producten wordt gehangen. Want die investering moet er ook weer uit.

Consumenten gaan dan ook vaker naar Euroland, Op = Op (zo heet de winkel echt), Cows & Colors (die snap ik ook niet) Action of Big Bazar (van Blokker Holding). De prijzen zijn relatief laag (maar blijf vooral goed opletten), zonder dat je per se rommel in huis haalt. Ja, er hangen plastic balpennen die al lekken als je ernaar kijkt, maar er zijn ook setjes van Bic. Ja, er ligt speelgoed dat na een middagje spelen helemaal uit elkaar gevallen zou kunnen zijn, maar er ligt ook genoeg oude voorraad van A-winkels die is opgekocht en voor een spotprijsje mee te nemen is. 

En die winkels hebben vaak van alles wel wat in huis: kleding, speelgoed, kantoorartikelen, huishoudelijke spullen en zelfs dingen voor de auto, voor het klussen in huis of nieuwe plantenbakken voor op balkon. Dat maakt het wel weer aantrekkelijker om toch nog even verder rond te kijken als je er toch bent. Je komt bijna altijd met meer naar buiten dan je van plan was.

Het beeld in het winkelcentrum wordt er met die discount-allesaanbieders alleen maar rommeliger op. Bovendien is het personeel daar vaak voornamelijk van het slag vakkenvuller of kassamedewerker. Een gerichtere vraag dan 'waar vind ik...' hoef je niet te stellen. Het lijkt mij dat je als vernieuwend bedrijf pas echt grote stappen kunt zetten naar klantenwerving door te letten op service, op aanbod, op kwaliteit. Ik kan me niet voorstellen dat de consument ineens weer enthousiast wordt voor jouw winkel omdat er een heel nieuw lettertype op de etalage prijkt.

Monday 7 March 2016

Het is weer cijfertjes- en centjestijd

Vorig jaar heb ik hard gewerkt. Zo had als ik kon, met twee kinderen onder de vijf en het geheel nieuwe avontuur dat kleuterschool heet. Tegen de tijd dat je het ritme naar school - naar huis, naar school naar huis (en dat nog drie keer op een dag) eindelijk een beetje in je systeem hebt, en je dan toch nog een moment gevonden hebt om even achter de computer te kruipen is het vakantie. Of er is iemand ziek. Of er wil iemand niet slapen, terwijl dat wel moet, want anders kan ik niet werken.

Ondanks al die dingen heb ik vorig jaar dus best hard gewerkt. Ik heb aardig wat vertalingen geproduceerd (20!), waarvan enkele dit jaar pas verschijnen. En daar zat ook een stapeltje leuke sprookjes- en prentenboekjes bij die zo klaar waren, net als een geweldig prentenboek dat voor ieder kind gepersonaliseerd wordt gemaakt op basis van zijn of haar voornaam. Dat waren heel wat versjes die precies de juiste toon moesten hebben, en daar ging, ondanks het geringe woordaantal, weer heel veel tijd in zitten. Maar ik vond het allemaal hartstikke leuk om te doen.

Toen ik echter al mijn tabelletjes bij elkaar optelde voor de belastingaangifte, bleek het verschil met het jaar daarvoor echter nogal... nou... groot. In 2014 heb ik eveneens hard gewerkt, met dikker wordende buik en een beetje zwangerschapsuitkering. Maar in 2015 had ik mezelf voor mijn gevoel wel weer voorbijgestreefd, en dat met twee kleintjes die mama met alle liefde van de wereld van haar werk houden.

Daarom verbaasde dat verschil me eigenlijk wel. Ik wierp een blik op de titels: een hoop prentenboeken (weinig woorden), kinderboeken (vaak een halve YA of minder qua woordaantal) en minder Young Adults (dikke boeken vol woorden) gedaan. Dat je voor dunne boeken met een laag woordaantal minder verdient (per stuk) dan voor een dikke pil zonder illustraties, dat snapt iedereen. Maar die dikke pil is ook meer werk.

En daar zit het hem in. Voor mijn werktempo maakt het niet uit of ik 60.000 woorden vertaal tegen tarief X of tegen tarief Y, ik ben er net zo lang mee bezig. Maar als tarief X en Y zelfs maar één cent (per woord) schelen, dan gaat het in dit voorbeeld om 600 euro die je voor dezelfde tijdsinvestering meer of minder ontvangt.

Er zijn genoeg vertalers en groepen op social media die dan zeggen: je moet weigeren om voor dat lagere tarief te werken. Want anders doe je jezelf tekort en je benadeelt ook de hele beroepsgroep. (Ja, die vingerwijzing krijg je er ook meteen bij.) Misschien hebben ze wel gelijk, maar zolang er geen standaard minimumtarief is en er wel altijd andere vertalers zijn die, om wat voor reden ook, wel bereid zijn voor dat tarief te werken, trek je aan het kortste eind. Je mag gerust weigeren, dan zoeken zij wel een ander. En die vinden ze zo.

Wat dat betreft ben ik allang blij dat het zulk leuk en leerzaam werk is. Met elk boek dat ik vertaal leer ik weer iets voor het moment waarop ik zelf kan gaan zitten om te schrijven. (Wanneer dat ook moge zijn.) En zodra de vertalingen hier in de kast staan, heb ik weer iets om met recht trots op te zijn, iets waar ook mijn kinderen straks wat aan hebben. Bovendien biedt dit werk me de mogelijkheid om bij hen te zijn, elke dag, de hele dag, vakantie of niet. Dat is me heel veel waard.

Natuurlijk blijft het een domper als ik voor een vertaling een paar honderd euro minder verdien omdat de opdrachtgever een lager tarief hanteert, maar tot nu toe heb ik in al die tijd alleen maar nee gezegd tegen een klus omdat de gewenste deadline niet meer in mijn planning te proppen viel. Ik hoop dat dat zo blijft, al wil ik ook weer niet te vaak nee hoeven zeggen. Want dat kan ik - nog steeds - niet heel erg goed.

Monday 18 January 2016

Meer tijd, meer geld... en een beter resultaat

Enige tijd geleden werd ik gevraagd om een bedrijfswebsite te vertalen naar het Engels. Het was me op dat moment te veel werk - naast lopende deadlines zaten er te veel taal- en spelfouten en onduidelijkheden in de bestaande Nederlandse tekst, waren er vrij veel stukken nog niet geschreven (lorem ipsum of 'hier moet nog een tekstje komen') plus de gebruikelijke vaagtaal. Uiteraard moest het dan ook nog zo snel mogelijk af, en had de grote baas bedacht dat het tarief dat ik uit mijn duim zoog een heel stuk lager kon, 'want dat was veel gangbaarder', zo had hij vernomen.

Ik heb geheel toevallig de site eens bezocht, en op de knop 'EN' gedrukt. Het duurt niet erg lang voor er een loeder in mij begint te grijnzen. Ik vraag me niet meteen af wíé dit heeft vertaald, maar eigenlijk vooral welk tarief de baas heeft weten te bedingen. Waarschijnlijk was hij tevreden over de factuur, en zoals gebruikelijk heeft Degene Die Alles Goedkeurt te weinig verstand van Engels om te zien dat hij allesbehalve tevreden kan zijn over de website.

Als ik heel eerlijk ben, twijfelde ik er destijds aan of ik de tekst wel goed zou kunnen vertalen. Een hoop vaktermen en managementspeak (ja, daar waren de rillingen weer) spreken me nooit erg aan, en een tekst die constant in herhaling valt is een crime om te lezen, laat staan om te vertalen. De tekst was al slecht, en ik voelde me toen weinig geïnspireerd. Bovendien werd mijn prijs in eerste instantie goedgekeurd, en in een volgend gesprek viel tussen neus en lippen door een veel lager tarief, 'want dat had de baas opgezocht'. Ben best benieuwd waar hij dat heeft weten te vinden, trouwens.

Maar goed, zo zie je maar wat een beetje meer geld en meer tijd een bedrijf had kunnen opleveren. In elk geval een professionelere uitstraling - al heb je altijd critici die zeggen: ach, wie ziet dat nou? Maar ja, dat je een Engels deel maakt van je website vertelt mij dat je Engels sprekende bezoekers verwacht. Of hun Engels nou ijzersterk is of niet, je wilt toch zorgen dat het jouwe dat in elk geval wel is?

Ik heb er achteraf gezien dus niet echt spijt van. Ik kan alleen maar denken: #yourloss
(En bij dezen claim ik #yolo voor #yourloss - want yolo-een-punt-nul heeft z'n tijd toch wel gehad.)

* * *