Monday 30 December 2013

Zou dat het missende stukje zijn? *Rillingen*

Hippa Hippa Hey, op Baby TV
Er is iets waar ik me al maanden aan erger. Het taalgebruik in kinderprogramma's. Je weet wel, die programma's waar jouw opgroeiende kind zo ontzettend veel van leert. Nick Jr presenteert elk programma zelfs met een korte opsomming die de ouders even geruststelt over hoe leerzaam het volgende filmpje is (al roepen ze vaak maar wat).

Maar wat mij betreft slaan Baby TV en JimJam alles. Hoe vaak je daar foute constructies hoort. Nijntje die zegt: "Mijn tas is kwijt!" Of, standaard in het programma Hippa Hippa Hey: "Hé, daar mist een stukje [van de puzzel]. Is dit het missende stukje?" Aaaaaarrrgggghhh.

Ik heb het ooit eens aangekaart via Twitter. Onze Taal - dat zich opwerpt als autoriteit op taalgebied - legt uit dat "taal nu eenmaal verandert", dat hoort erbij. Ja, er komen anglicismen bij, nieuwe woorden, andere raken in onbruik. Snap ik. Maar Onze Taal verdedigt het verdwijnende verschil tussen 'missen' en 'ontbreken' ook op die manier. Lees maar mee:

Volgens Onze Taal: "'Er ontbreekt een bladzijde' heeft bij een deel van de taalgebruikers de voorkeur, maar er is een grote groep taalgebruikers die 'Er mist een bladzijde' net zo goed vindt." Onze Taal legt verder uit dat het te maken heeft met de overgankelijke aard van 'missen' (transitief, voor intimi) tegenover het onovergankelijke gebruik (intransitief) van 'ontbreken'. Kortom, 'missen' vraagt om een lijdend voorwerp, een object, waar 'ontbreken' dat niet doet. Althans, 'volgens sommigen', zo stelt Onze Taal. Huiver.

Blijkbaar is taal dus niet alleen aan verandering onderheven, maar is dat ook een kwestie van wat de meerderheid doet. Of wil. Of leuk vindt. Als iets maar vaak genoeg of door een grote groep gedaan wordt, dan wordt het vanzelf geaccepteerd. (Frikandel, iemand?) Maar geldt dat echt ook voor taalfouten? Een werkwoord verliest toch niet spontaan een transitieve danwel intransitieve kwaliteit omdat veel mensen niet weten wat dat betekent? Nee toch? Want dan kunnen we ook gewoon met zo'n allen elk voltooit deelwoort en elke werkwoordsvorm met een t gaan schrijven, dat onthout makkelijker. Dan hoef je ook niet te weten wanneer iets een voltooid deelwoord ís.

Taalblad.be geeft wat mij betreft een veel beter antwoord: "Iemand mist iets/iemand. Bij ‘missen’verduidelijk je altijd wie/wat je mist. Er staat dus altijd een direct object in de zin. Het subject is bijna altijd een persoon." En daartegenover: "Iets ontbreekt. Bij ‘ontbreken’ staat er nooit een direct object in de zin." Volgens onze Belgische taalcollega's is het dus geen kwestie van smaak of van wat de meerderheid vindt of ervan maakt.

Ook Taaladvies.nl (van de Nederlandse Taalunie, de officiële spelling en het Groene Boekje Online) houdt het erop dat een constructie als "er mist iets" niet algemeen gebruikt wordt: "Hoewel missen vooral in Nederland soms wordt gebruikt in de betekenis 'ontbreken', is dit gebruik geen standaardtaal. Ontbreken en mankeren zijn wel standaardtaal."

Ja, dat moest ik dus even kwijt. Zo moeilijk is het niet om de regeltjes te volgen. Ze zijn er niet voor niets. En stellen dat de taal nu eenmaal verandert vind ik gewoon een slap excuus. Kinderen die het op school niet meer goed leren. Leraren die het zelf wellicht niet meer zo goed weten. Niks aan doen, hoor. Dan is het ook niet erg als kranten geen enkel stuk kunnen publiceren zonder spelfout erin. Lang genoeg volhouden en als genoeg mensen er niks meer van merken, dan heeft de taal weer een verandering ondergaan. Ja, doei. Zesjesmentaliteit werd zoiets ooit 's genoemd. Rapportcijfers gaan tot tien, hoor. Leg die lat 's wat hoger.

Links:
https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/er-mist-een-bladzijde-er-ontbreekt-een-bladzijde
http://www.taalblad.be/zinsbouw/missen-of-ontbreken-
http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/552/

Saturday 28 December 2013

De stokbroodheks

Het is de zaterdag na Kerst. Mensen drommen de supermarkt binnen alsof ze zich in die paar feestdagen (plus vrijdag) door al hun voorraden heen hebben gegeten en bang zijn dit weekend zonder te moeten. Of iedereen is op zoek naar afgeprijsde kerstchocholade, dat kan ook.

Maar een van die mensen valt me op. Een oude vrouw met spierwit haar in een opvallend rode jas. De kleine oude vrouw is niet alleen - iemand met zwartgeverfd haar een een zwarte jas staat half om haar heen alsof ze haar moet beschermen tegen de rest van de winkelende wezens.

En dan blijkt ook waarom. De oude vrouw heeft namelijk net haar tas neergezet naast de mand met de verse stokbroden. Verse, ja. Knapperig en zelfs nog een beetje warm. Allemaal netjes rechtop in hun plastic omhulsel, klaar voor de diverse klanten die graag vers stokbrood eten. Daar ben ik er eentje van, maar ik kom er nauwelijks bij, omdat het kleine vrouwtje met de rode jas en haar sidekick alle drie de manden weten te blokkeren met z'n tweetjes.

Vervolgens pakt ze een stokbrood. Ze knijpt erin. En zet hem weer terug. Op zo'n moment knijp je je ogen al een beetje geërgerd tot spleetjes, want wat zou er nou mis kunnen zijn met dat verse stokbrood dat ze zojuist heeft fijngeknepen? Joost mag het weten, maar het volgende brood laat ook te wensen over. Stokbrood nummer drie is het blijkbaar ook net niet. Stokbrood nummer vier levert een zucht op en een opgetrokken neus - ook die is het net niet. En zo gaat de oude vrouw vrolijk door tot ze - serieus - zo'n beetje ieder stokbrood heeft gewurgd. Om vervolgens met een zuur gezicht er dan toch maar eentje van in haar wagentje te zetten en verder te sjokken alsof ze deze teleurstelling dagelijks moet doorstaan.

En wij gewone stervelingen kunnen er dan eindelijk bij om een platgeknepen en vervolgens afgekeurd stokbrood te pakken. Eet smakelijk.

En toch sta je dan een ogenblik te twijfelen, hè? Ga ik er iets van zeggen? Zal ik het doen, zal ik het niet doen? Zou de sarcastische opmerking eigenlijk wel overkomen of kan ik het net zo goed laten? Wat zou jij doen? Ik vind het niet kunnen, maar tegelijkertijd ben ik blijkbaar ook weer niet zo'n held dat ik dergelijk onrecht meteen aankaart alsof ik van de Stokbrodenbrigade ben. Om sommige dingen moet je je druk maken, om andere dingen maar beter niet. Toch?

Monday 16 December 2013

90,000 woorden is 90,000 woorden

Tarieven waarvoor vertalers en andere freelancers werken is zo'n onderwerp waarover je enerzijds een hoop te melden hebt en anderzijds toch ook wat voorzichtig wilt zijn. Naar mijn idee zijn tarieven gewoon een gegeven. Ze zijn niet hoog, maar ook niet onderhandelbaar. In mijn geval, dan. Laat ik dat erbij zeggen.

Mijn vertaalwerk bestaat voornamelijk uit het vertalen van boeken. Daarvoor biedt de uitgever een vast vertaalbedrag per woord. Ik heb nog nooit meegemaakt dat het bedrag in overleg tot stand kwam, want deze bedrijven hebben gewoon vaste tarieven. Je doet het, of je doet het niet. No hard feelings.

In alle tijd dat ik dit werk doe, zijn me diverse tarieven aangeboden. Ik weet nu dus ook wat redelijk standaard is - en dankzij diverse fora en topics op LinkedIn weet ik ook dat dit bedrag al een tijdje niet meer netjes is mee-gecorrigeerd met de inflatie. Je kunt ervan vinden wat je wilt, net zoals je 'nee' kunt zeggen tegen een opdracht die je te weinig oplevert. En dat bepaal je helemaal zelf. (Daar ben je toch zelfstandig voor?)

Ik ben zo'n vertaalster en thuisblijfmama die dolblij is met het werk dat ze doet. Als een boek me aanspreekt, zie ik dat ook als eerste reden om een klus aan te nemen. Uiteraard is planning een belangrijk tweede punt, want de deadline moet wel haalbaar zijn. Maar goed, ik heb dus eigenlijk nog nooit een klus afgewezen omdat ik dacht: voor die prijs zoek je maar een ander. En ik weet dat er diverse vertalers op bijvoorbeeld LinkedIn zijn die me dan compleet voor gek verklaren, of - nog veel erger - zouden roepen dat ik daarmee de hele beroepsgroep saboteer doordat 'we' geen hogere tarieven eisen.

En toch denk ik gewoon dat het zo niet werkt. Ik geloof echt dat als jij nee zegt - om wat voor reden ook - zij zo een ander vinden. Dat weet ik trouwens wel zeker, want af en toe moet ik gewoon nee zeggen omdat mijn planning het niet toelaat dat er nog een boek tussen gesplitst wordt, en dan vinden ze ook zo een ander. Ik ben al blij als ze mij een volgende keer nog vragen.

Begrijp me goed: dit alles wil niet zeggen dat ik het eens ben met lukrake vertaaltarieven. Als ik weet dat een uitgever x cent per woord betaalt, en later blijkt dat diezelfde uitgever wegens een spoedklus een bureau inschakelt, dan is het natuurlijk niet heel aardig als de prijs per woord opeens tien tot twintig procent daalt, want ik ga er toch van uit dat zo'n bureau zijn inkomsten zal verkrijgen uit de extra diensten die zij boven op de vertaling aanbieden. Maar goed, iedere vertaler moet dus helemaal zelf weten of hij/zij bereid is voor de aangeboden prijs aan de slag te gaan of niet. En ik vind ook niet dat je je daarvoor moet schamen (die indruk wordt in sommige topics en fora ook nog wel eens gewekt).

Mijn boodschap, aan dan vooral de bureaus en uitgevers met de lagere tarieven, is dit: boek A van 90,000 woorden kost me even veel tijd om te vertalen als vergelijkbaar boek B van 90,000 woorden. Ik kan niet ineens sneller tikken omdat de woordprijs bij boek B lager is en ik dus omgerekend voor een veel lager uurloon aan de slag ben. Ik ben niet opeens sneller klaar met boek B omdat ik omgerekend hetzelfde werk in drie weken moet doen in plaats van vier, wil ik op hetzelfde tarief uitkomen. Zo werkt het niet.

Bij boekvertalingen is het van belang de juiste toon te treffen, te zorgen dat het hele plaatje klopt, dat het lekker leest. Ik leef me in in de personages, ik kijk mee door hun ogen naar hun wereld, ik zoek naar woorden die passen bij hoe zij in elkaar steken. Soms staar ik me dus ook rustig twintig minuten blind op een zin die op dat moment niet wil, die zich niet prettig laat vertalen of waar ik in een nakijkronde nog eens extra aandacht aan moet besteden. En het zou niet prettig werken als ik me liet opjutten en mijn tijd ging indelen op basis van verdiensten.

Ik ben de laatste twee maanden - met dank aan alle hormonen - al blij als ik op een redelijk aantal pagina's per dag uitkom. Laat staan dat ik moet gaan omrekenen hoeveel ik daarmee verdiend heb, of op autopiloot moet overschakelen om een vast bedrag per maand binnen te halen. Nee, zo werkt het niet. Niet voor mij. Dus als er een klus voorbij komt die niet zo veel betaalt, maar die ik op dat moment prima kan hebben qua planning, kom maar op. Elke euro is er weer eentje. En het is zulk leuk werk om te doen.


Thursday 12 December 2013

'Je kunt altijd nog een beetje verbouwen'

Steeds vaker lees ik de berichten over de verwachtingen van de woningmarkt. 'Starters steeds positiever...' Ik heb dergelijke meldingen nooit zo goed begrepen. Die hele woningmarkt is natuurlijk bepalend voor vraag en aanbod en gemiddelde vraag- en koopprijzen en dergelijke. Maar je wilt toch gewoon een huis waar je je fijn voelt en waar je zo lang mogelijk kunt blijven zitten met je gezinnetje? Vanaf dat moment doet die woningmarkt er dan toch niet meer toe?

Een bericht als: 'Starter spaart meer geld voor eigen woning...' daar kan ik wel inkomen. Het is al lastig genoeg om een hypotheek te krijgen, laat staan voor dat eigenlijk net te grote droomhuis waar je de rest van je leven in kunt blijven zitten. Als je dan een deel eigen geld hebt, red je het misschien net.

Wij zitten nu ook in dat traject. We hebben eindelijk een 'stekkie' gevonden dat genoeg ruimte en mogelijkheden biedt (op voorwaarde dat ik nog eens heel kritisch mijn bezittingen bekijk en een account aanmaak op Marktplaats, geloof ik), ook op het vlak van een beetje verbouwen. Al komt daar algauw meer bij kijken dan je verwacht.

Ik kan me toch echt herinneren dat de makelaar (de verkopende partij) zei: 'Nee, een vergunning heb je niet nodig als je de huiskamer naar achteren toe uitbouwt.' Ondertussen heeft een aannemer voorgesteld dat opzij uitbouwen verstandiger is als je nog iets van je tuin zou willen behouden, voor die paar weekjes in september. Netjes opzoeken via een vergunningwijzer - voor zover we die begrijpen - wijst uit dat we hiervoor wel een vergunning moeten aanvragen, maar voor uitbouwen naar achteren hoogstwaarschijnlijk toch ook wel. Een leuke verrassing als je meteen na ontvangst van de sleutel had willen beginnen, want nu moet je dus eerst bepalen wat je wilt bouwen, tekeningen laten maken, alles indienen bij de gemeente en dan minimaal acht weken wachten op antwoord in de vorm van (hopelijk) een vergunning. Past dat even niet in de strakke planning die ik in gedachten had, zeg.