Droomhuis: zelfs. nw - "huis dat je slechts in je dromen kunt betalen." |
Nu bekruipen me opeens de gekste twijfels. Een kennis van me had het over de gehorigheid in haar huis, waarin ze zich behoorlijk hadden vergist. Spontaan denk ik terug aan de ruzieburen die we hadden toen ik klein was - elke breed uitgemeten scheldpartij was te volgen en je wist dat die voorbij was zodra er een deur dicht gesmeten werd.
Dat. Nooit. Meer.
Maar hoe kom je daar achter? Als je een huis gaat bezichtigen, dan sta je tegenover de verkopende makelaar en niet de bewoners. Kan ik hem of haar vragen: 'Zeg, die buren hier, zijn die een beetje te doen?' Gaat hij of zij daar dan netjes antwoord op geven, of beloven dat na te vragen? Ik heb er niet aan gedacht het de bewoner te vragen toen we even langswipten tijdens de dag der open huizen. Maar ja, ze zal niet zeggen: 'Crimineel, wat een asostel, waarom denk je dat ik hier weg wil?'
We weten (of beter gezegd: vermoeden) dat ze het huis wil verkopen omdat het inmiddels te groot voor haar is geworden. Of omdat ze zit met die trappen. Het was een heel vriendelijke vrouw, wier zoon de rondleiding verzorgde. Waarschijnlijk heeft hij ook gezorgd dat er boven een nieuwe vloer ligt en de badkamer er werkelijk piekfijn uitziet.
Maar we moeten ons dus niet alleen maar laten leiden door de binnenkant van het huis. De gebruikelijke vragen als: denk je echt dat ik al mijn boeken kwijt kan, plus de rest van die zooi die nu op onze zolder opgestapeld staat? Want een rommelzolder zoals we die nu hebben is er daar niet. Dat is juist die extra slaapkamer geworden. Over de totale bergruimte maak ik me nog wel een beetje zorgen. Weggooien is niet mijn sterkste kant, als je begrijpt wat ik bedoel.
No comments:
Post a Comment
Note: only a member of this blog may post a comment.